Interviews etc.
"Al die oeverloze discussies binnen popgroepen hoe ze een bepaald nummer nu eens zullen gaan uitvoeren, heb ik nooit zo goed kunnen begrijpen," zegt Ry Cooder. "Voor mij draait het allemaal om interactie in de meest elementaire vorm. Mijn motto luidt simpelweg: bek dicht en spelen!”
Mogen we je even voorstellen? Garth Brooks, Amerika’s populairste countryzanger. Ho, wacht, nou niet meteen doorklikken! Want we weten wel wat je denkt: countrymuziek, dat is oubollig, zoetsappig, voorspelbaar, vervelend, kortom, de dood in de pot. Maar dan ken je Garth Brooks nog niet.
“Eigenlijk breng ik een soort slaapliedjes,” zegt James Taylor. “Op de een of andere manier gaat er van mijn muziek iets geruststellends en kalmerends uit. Niet voor iedereen natuurlijk, want er zijn ook mensen die er louter voor hun genoegen naar luisteren, terwijl anderen het weer afdoen als ronduit sentimentele troep.”
“Kleedt u zich maar alvast uit,” klinkt het bij binnenkomst vanuit de badkamer. Ironisch genoeg blijkt de droogkomiek ook nog eens zélf de patiënt. Chris Isaak heeft namelijk flink de griep, vandaar dat hij voorafgaand aan elk interview keurig zijn handen wast teneinde de journalist van dienst tijdens het introductieritueel niet te besmetten.
“O jee!” roept Crosby quasi-ontzet uit. “Hij heeft het gezegd. Het…, het…” “Het verschrikkelijke W-woord,” vervolgt Stills met een zogenaamd van afschuw vertrokken gezicht. Nash doet er het zwijgen toe en slaat met een onhoorbare zucht theatraal de ogen ten hemel.
Licht voorovergebogen als altijd komt Neil Young met dat typische hippiegangetje van hem de zitkamer van de suite binnensloffen. “Zo, jongens.” De jongens staan als één man op om hem de hand te schudden en zich voor te stellen: naam en land van herkomst. Die glimlach van hem, denkt de Hollander ook deze keer weer, is die nou guitig of spottend?
En wie dook daar najaar 2011 plotseling op in The Voice Of Holland? Erwin. Erwin Nijhoff. Of Nyhoff, zoals hij het tegenwoordig spelt. Achttien jaar eerder had hij als knuffelgast van Margreet Dolman in één klap nationale bekendheid verworven. Amper twee jaar later bleek het al even abrupt weer afgelopen met de bliksemcarrière van The Prodigal Sons.
Geregeld schiet in het holst van de nacht wakker met een briljant idee voor een nieuw liedje en op zo’n moment moet Gé Reinders gewoon het bed uit om beneden te gaan werken. “Het is een soort koorts, die zich niet laat onderdrukken.”
Het is even over half negen, wijst de klok in de grote kleedkamer van Tivoli in Utrecht, waar Glenn Frey over een klein uurtje op moet. Nadat hij uit een flight case met peperdure merkkleding zijn keus heeft gemaakt en zich heeft omgekleed, schiet er nog een kwartiertje over. “De rest van de tijd heb ik nodig om te mediteren en een shotje te zetten.”
David Byrne praat zachtjes en aarzelend, waarbij hij teneinde zijn gedachten te ordenen pauzes van soms wel tientallen seconden inlast. Geregeld ontvalt hem een licht vibrerend ‘uh-oh’, bijvoorbeeld ter relativering van zijn uitspraak dat op zijn gelijknamige nieuwe soloplaat ‘het multiculturele karakter van onze maatschappij’ weerklinkt.