Interviews etc.
Laatst had Claw Boys Claw een optreden in Alkmaar. Ziet zanger Peter te Bos daar tot zijn stomme verbazing opeens zijn moeder de zaal binnenstappen. Ver in de zeventig, niet al te best meer ter been, was ze helemaal in d’r uppie met de bus vanuit Wieringerwerf gekomen. “En jongen," had ze geïnformeerd, "wordt het weer wild vanavond?”
"Het doet deugd om te merken dat wij met Skik heel verschillende groepen mensen goed kunnen vermaken. Zo kan het gebeuren dat we de ene dag in een van de grote clubs in de Randstad staan en de volgende avond in een gemeenschapshuis ergens in de Achterhoek. Vandaag moesten we naar Zaal Takens in Balkbrug, de kant van Dedemsvaart op."
Townes Van Zandt kon moppen tappen als de beste. Zijn liedjes stemden zo intens treurig, had hij ooit begrepen, dus zorgde hij sindsdien voor een vrolijke noot op z’n tijd. Maar al hield men hem dan voor een somberman, zelf dacht hij daar heel anders over. “Ik ben een realist. Het leven is gewoon triest. Of niet soms?”
Een pot koffie, drie sinaasappelsap en een mineraalwater gaan er in amper veertig minuten doorheen. Niet dat Jay Farrar geplaagd wordt door een houten kop en een onlesbare nadorst, hij voelt zich gewoon niet op zijn gemak. Zuchtend en steunend, als betrof het een kruisverhoor, perst de voorman van Son Volt er zijn antwoorden uit.
Een optreden van De Dijk is een soort van eredienst aan dit aardse tranendal, even aanstekelijk als een gospelmis in een zwarte kerk. Net als het publiek verkeert zanger Huub van der Lubbe na afloop vaak in de zevende hemel. “Door muziek leer je heel goed weten wat geluk is.”
Vanavond zullen ze de kant-en-klare versie van hun nieuwe album te horen krijgen, maar bij binnenkomst blijkt het karwei nog niet helemaal geklaard. De jongens van Rowwen Hèze nestelen zich in de keukenkamer, waar ze onder het soldaat maken van de voorraad pils urenlang verhalen opdissen alsof men elkaar in geen weken heeft gesproken.
Welgeteld tien dagen is hij nu pas van huis, maar de korte Europese tournee met zijn groep Wilco heeft hem zo te zien gesloopt. Amper een week geleden in Keulen had zijn gezicht tenminste nog niet die asgrauwe kleur, wat heet, toen oogde Jeff Tweedy met een kloeke cowboyhoed op juist als een opmerkelijk frisse countryrocker.
Gekleed in een lichte zomerbroek, kobaltblauw overhemd en vrolijke vlinderdas oogde Van Dyke Parks als een mediagenieke academicus. Hij toonde zich ook navenant welbespraakt, want na afloop van het anderhalf uur durende onderhoud bleek het aantal vragen op de vingers van twee handen te tellen. “Wat ben ik toch een zelfingenomen mens.”
“Genialiteit valt niet te verwerven, dit in tegenstelling tot virtuositeit, maar die twee zaken worden nogal eens met elkaar verward. Dat ik snel door die vakjes op een gitaar kan gaan, zegt mij persoonlijk dan ook weinig meer," aldus René van Barneveld alias Tres Manos, gitarist extraordinair bij de Urban Dance Squad, Neerlands invloedrijkste rockgroep aller tijden.
Wat is er al niet op Frank Boeijen afgegeven. Sinds hij de dorpszalen en feesttenten verruilde voor de theaters en schouwburgen, wordt hij te pas en te onpas uitgemaakt voor een pathetische pseudo-poëet. Met zijn ‘wazige teksten’ op ‘weeïge muziek’ weet hij menigeen hooglijk te irriteren, temeer daar zijn werk nogal eens tegen wil en dank blijkt te fascineren.