Interviews etc.
"Ik kan echt zeggen: ik hou van muziek. Daar hou ik toch zó van, eigenlijk al zo lang ik me kan herinneren, dat is gewoon zo," zegt Roos Rebergen. "Ik luister heel graag muziek, ik ben erg fan van anderen. Natuurlijk máák ik ook heel graag muziek. En ik doe dat niet omdat ik het kan, ik doe het omdat ik het moet."
Met Sinterklaas stuurde de platenfirma als surprise een promotie-exemplaar van de nieuwe Mister and Mississippi rond. Keurig verpakt inclusief strikje en vergezeld van een gedicht plus enige chocolade steekpenningen. Het moge duidelijk zijn: ze verwachten er nogal wat van.
Vier jaar terug liet Spoon bij iedere show in de Verenigde Staten na de laatste toegift een opname van 'The Star-Spangled Banner' door de zaal schallen. Om een avondje rock ’n’ roll uit te luiden met zoiets officieels als de nationale hymne, ja, dat vond voorman Britt Daniel eigenlijk best wel cool.
Chuck Prophet lijkt voor eeuwig veroordeeld tot de kleinere zalen, al blijkt er wel voldoende animo voor zijn ‘verknipte soul-country-rock’ om er een duurzame carrière op na te kunnen houden. “Na dertig jaar kun je dan toch moeilijk van een gebrek aan succes spreken. En in alle bescheidenheid: van mijn lichting doen er maar bitter weinig mij dit na.”
“Alle kommer en kwel blijven een mens tot in lengte van dagen bij, dus de bron van inspiratie kan eigenlijk nooit opdrogen”, zegt Lucinda Williams aan de telefoon op kamer 624 in viersterrenhotel Monaco in San Francisco. “Sterker zelfs, naarmate je meer levenservaring opbouwt en meer levenswijsheid vergaart, groeit je creativiteit.”
"Het schrijven van een liedje mag in geen geval uitdraaien op een al te egocentrische bezigheid," zegt Jeff Tweedy. "Idealiter geeft het eindresultaat mij het gevoel dat het ergens anders vandaan is gekomen, terwijl ik het natuurlijk gewoon uit mijzelf heb gehaald, al zou ik mijn teksten beslist niet autobiografisch willen noemen.”
“Onvoorstelbaar eigenlijk met hoe weinig slaap je in je wilde jaren toekwam. Je leek wel onverwoestbaar,” zegt Jackson Browne. “Al waren het beslist niet alleen de drugs die je wakker hielden, het kwam ook door de pure opgewondenheid over wat je muzikaal klaar kon spelen.”
Grateful Dead, Jefferson Airplane, Quicksilver Messenger Service, noem ze maar op, al die acid rockers – hun instrumentale avonturen luisterden allesbehalve spannend weg, al hielden we dat toen allemaal wijselijk voor ons. Nee, dan The Allman Brothers Band met hun kwikzilveren improvisaties, waarin virtuositeit en creativiteit hand in hand gingen.
Thuis in Dublin had James Vincent McMorrow eerst zo’n zeven maanden zitten knutselen, om 'Post Tropical' uiteindelijk af te maken op een pecannotenboerderij buiten El Paso. “Van half zes ’s ochtends tot elf uur ’s avonds werkte ik een kleine maand praktisch onafgebroken door, wat heftiger lijkt dan het geval was, want de teksten schreef ik op de veranda.”
"Ik geloof niet in liedjes over hopeloosheid. Maar mijn meest hoopvolle liedjes schrijf ik in een toestand van diepe hopeloosheid," zegt John Fullbright. "Als je geen hoop meer koestert, als je alle hoop laat varen, kun je net zo goed meteen ook stoppen met ademen.”