A.J. Roach - Een zwervend bestaan

Augustus 2007

Een folkie uit de Appalachen die een liedje van Jacques Brel doet? Het lijkt te gek voor woorden, maar hij bestaat wel degelijk. A.J. Roach luidt zijn naam en hij brengt Amsterdam als was het de gewoonste zaak van de wereld. Het gebeurde onlangs onder de rook van kasteel Drakensteyn in Dorpshuis De Furs, domicilie van het genootschap In The Woods. Daar in het pittoreske Lage Vuursche verzamelen zich zo eens in de maand ettelijke tientallen, soms over de honderd muziekminnaars om haast devoot te luisteren naar veelal Amerikaanse troubadours op trektocht door Europa.

Besloten optredens, waarvoor men uitsluitend per e-mail kan reserveren, blijkt inmiddels een internationaal fenomeen, dat langzamerhand bovengronds komt, getuige bijvoorbeeld het feit dat JW Roy sinds enige tijd op zijn website adverteert voor huiskamerconcerten. “Ik ben er wel voor te porren, sterker zelfs: ik zeg nooit nee,” vertelt Roach. “Wat is er mis met voor een man of vijftien in iemands woonkamer spelen? De mensen hangen aan je lippen, je krijgt lekker eten en drinken, en in Amerika bieden ze je meestal ook nog eens hun logeerkamer aan. Al met al verdient het vaak net zo goed als een regulier optreden, dus ik vind er helemaal niets minderwaardigs aan kleven.”

Jaar in jaar uit stad en land afreizen om voor anderhalve man en een paardenkop op te treden, lijkt in de ogen van een buitenstaander een meelijwekkend bestaan. Anders dan in Nederland zitten singer-songwriters in de Verenigde Staten echter niet gauw om emplooi en inkomen verlegen, al moeten ze wel bereid zijn daar huis en haard voor op te offeren. “Normaal gesproken haal ik zo’n tweehonderd boekingen per jaar,” zegt Roach. “De afgelopen maanden heb ik het even wat kalmer gedaan in afwachting van het verschijnen van Revelation in Amerika. Niet dat ik nou per se een platenfirma nodig heb, hoor, want Dogwood Winter heb ik in eigen beheer gemaakt en met wat ik tijdens optredens heb verkocht ben ik ruimschoots uit de kosten gekomen.”

*******

Volgens eigen zeggen mag hij dan vanaf zijn veertiende nergens anders meer voor deugen, A.J. Roach is niet volslagen onnozel met zijn akoestische gitaar op de rug de wijde wereld ingetrokken. Na zijn studie aan Virginia Tech, “die ik trouwens keurig heb afgerond, zodat ik tenminste iets had om op terug te vallen voor het geval ik niet rond zou kunnen komen van het schrijven en zingen van liedjes”, werkte hij liefst tien jaar voor de popgroep Fighting Gravity. “Die band kwam bij ons uit de regio, maar tourde vrijwel onafgebroken langs de Oostkust. Zij zochten een pyrotechnicus, een dure naam voor iemand die wat vuurwerk op het podium moest afsteken. Dat leek mij een prima baantje om te ontdekken wat er zoal komt kijken bij het beroep van rondtrekkend muzikant. Na enige tijd kreeg ik de hoede over de merchandise, waardoor ik vooral leerde hoe ze hun begroting sluitend wisten te krijgen. Ik eindigde als assistent van de roadmanager en toen heb ik in een korte periode ontzettend veel opgestoken over het reilen en zeilen achter de schermen.”

Eenmaal weg bij Fighting Gravity vestigde Roach zich in Washington, DC, vervolgens kneep hij er een jaartje tussenuit om door Europa te zwerven, waarna hij weer terugkeerde naar DC. Ondertussen zat er niet bepaald schot in zijn muzikale carrière. “Volgens een vriend van mij moest ik naar San Francisco of New York, daar lagen voor beginnelingen zoals ik meer kansen. Laten we dan voor Californië kiezen, zei ik die bewuste avond, ervan uitgaande dat het bij dat vage voornemen zou blijven. Tot mijn stomme verbazing kwam hij de volgende dag aanzetten met twee vliegtickets.”

De eerste maanden in San Francisco beklom Roach praktisch elke avond ergens in de stad een open podium, todat hij in een muziekcafé in de buitenwijk Richmond aansluiting vond bij een kring talentvolle singer-songwriters, waartoe onder anderen Jolie Holland en Noe Venable behoorden. “Zeker aanvankelijk waren ze onnoemelijk veel betere liedjesschrijvers dan ik en daar heb ik behoorlijk profijt van getrokken, in die zin dat ik mijn uiterste best heb moeten doen om hun niveau te benaderen”, bekent Roach, onderwijl een flinterdun shagje draaiend. “Uit Amerika meegebracht,” zegt hij, wijzend op het pakje Drum. “Stukken goedkoper dan hier.”

*******

A.J. Roach (32) groeide op in een dorp van zo’n vijfhonderd inwoners in het bergachtige Scott County, gelegen in de hoek van Virginia grenzend aan Tennessee en Kentucky. “Tot ver in de vorige eeuw was het een erg geïsoleerde streek. De generatie van mijn ouders kan zich nog herinneren dat de eerste snelweg er werd aangelegd.” De regionale radiostations draaiden uitsluitend stokoude bluegrass en gospel, terwijl de popzenders te ver uit de buurt lagen om tot over de toppen van de Appalachen te reiken. “En toen was er op zekere dag opeens het geluid van WKUT uit Kingsburg, Tennessee. Ik zat in de zesde klas en hoorde Graceland van Paul Simon. Ik kon mijn oren haast niet geloven, zoveel ongewone dingen gebeurden er in dat liedje. Dat was heel andere koek dan Ralph Stanley en Bill Monroe. Pas op Virginia Tech realiseerde ik me uit wat voor een unieke cultuur ik eigenlijk stam.”

De echo van het verleden klinkt nadrukkelijk door in de folk noir van het rustieke debuut Dogwood Winter, waarmee Roach in navolging van Gillian Welch nieuw leven blies in de mountain music. De geweldige opvolger Revelation doet vanwege de rijkere arrangementen met instrumenten als elektrische piano, orgel, klokkenspel en zelfs synthesizer beduidend minder anachronistisch aan. Bovendien wisselt hij ditmaal verhalende nummers af met meer impressionistische liedjes. “Ik vind het wel een uitdaging om een situatie wat abstracter te schetsen in plaats van tot in detail uit te tekenen. Een tekst moet ook iets te raden overlaten, ik wil de fantasie van de luisteraar prikkelen.”

Met zijn markante stem, die in de uithalen de vergeten Paul Siebel in herinnering roept, bezingt Roach op Revelation de wederwaardigheden van dolende eenlingen, wier greep op het leven voorgoed verslapt lijkt. Barre weersomstandigheden symboliseren hun machteloosheid, al houdt de zekerheid dat de laatsten uiteindelijk de eersten zullen zijn hen op de been. “Niet dat ik zelf nou zo godvruchtig ben, eerder integendeel, maar iedereen weet dat heel wat mensen alleen dankzij hun geloof de moed niet laten zakken,” vertelt Roach, terwijl hij van zijn whiskey nipt. “Alle liedjes op de plaat gaan in wezen over de kloof tussen wie je bent en wie je wilt zijn. Veel mensen ontkennen dat er zo’n kloof bestaat, waardoor ze zichzelf uiteindelijk tekort doen. Je moet eigenlijk voortdurend proberen een betere versie van jezelf te worden. En dat doe ik dan ook, zo goed en zo kwaad als het gaat.”