Enchilada
Wat worden we toch oud. Of beter gezegd: wat zijn we al oud. Als we tenminste nog niet dood zijn. Neem Graham Nash, tweede man van The Hollies, derde man in Crosby, Stills & Nash. Begin vorig jaar passeerde hij de zeventig. Verbijsterend, gewoon. Wat je noemt een krasse knar, dat dan weer wel. En een oude zeur, dat ook. Want die autobiografie van hem, daar moet je je echt doorheen ploegen. Wild Tales heet het boek nochtans, vernoemd naar zijn veertig jaar oude tweede soloplaat. Tussen haakjes: een miskend album, toen al en nu zeker. Autobiografie is trouwens een groot woord. De memoires blijken namelijk opgetekend door een spookschrijver, zo wordt tussen neus en lippen vermeld in het dankwoord achterin. Enfin.
Een geheugen als een olifant heeft Graham Nash nou niet bepaald. Dat stoere gesnoef over al dat blowen en snuiven zou dus best eens op waarheid kunnen berusten. Was hij immers niet zo vaak en ver van de wereld geweest, dan had hij een en ander vast een stuk levendiger kunnen navertellen. En zijn wederwaardigheden sinds de vroege jaren tachtig zijn werkelijk te saai voor woorden. Niet voor niets gaat het dan steeds veelvuldiger en uitgebreider over de drugsperikelen van boezemvriend David Crosby. Desondanks beslaan de laatste drie decennia amper vijftig pagina’s, want verder is het een en al geteer op oude glorie. Geen wonder dat de auteur allengs zijn interesse verliest, een euvel dat trouwens negen van de tien popbiografieën aankleeft.
Eigenlijk is dat hele Wild Tales tamelijk beroerd geschreven. Leuterdialogen bij de vleet, terwijl je het naadje van de kous zelden of nooit te weten komt. Voorbeeldje? Zijn eerste doorwaakte nacht met Joni Mitchell in Ottawa. It was magical on so many levels. De beide tortelduiven slapen vervolgens een gat in de dag, omdat de hoorn niet goed op de haak lag. The Hollies blijken zonder hem al naar Winnipeg afgereisd. Geen flauw idee in welk hotel ze logeren of waar ze moeten optreden. Our gig was only a few hours off. Somehow, I got the details and found a flight. Wonderlijk. Om nog maar te zwijgen van allerlei personen die plotseling opduiken en al even spoorslags weer verdwijnen. Voorbeeldje? Calli and I and our friend Constant Meijers visited Constant’s painter friends Karel (sic) and Mathilde Willink. Een vriend van Graham Nash heten? En ook nog eens van de Willinks? Daar zal de toenmalige sterverslaggever van Muziekkrant Oor zelfs zelf van staan te kijken.
Oké, de hoofdstukken over de begindagen van The Hollies lezen als een jongensavonturenboek. Voorbeeldje? Ze bewijzen hun vroegere manager een vriendendienst door op bezoek te gaan bij diens buren, de familie Gouldman, wier vijftienjarige zoon Graham zulke aardige liedjes schijnt te schrijven. En daar in de goede kamer krijgen ze van hem Look Through Any Window, Bus Stop en No Milk Today te horen. Zeg nou zelf: is dat geen sterk verhaal? Zo weet de simpele arbeiderszoon uit Blackpool de hele tijd niet wat hem allemaal overkomt. En al helemaal niet als hij in de Verenigde Staten belandt. Voorbeeldje? It was obvious that American girls liked to fuck much more than their English counterparts. They were freer spirits and more experimental. Nog een voorbeeldje? Iemand troont hem mee naar een feest thuis bij Peter Tork van The Monkees, een days-on-end affair with plenty of music, sex, dope, the whole enchilada. Ja, dan mag opa Nash nog zo lang en gelukkig leven, daar in Hawaï met zijn grote liefde Susan, maar de jaren zestig en zeventig, tjongejongejonge, dat waren pas tijden.