Bewogen
De slechtste plaat van het jaar? Geen twijfel mogelijk: Songs Of Innocence van U2. Niet heus natuurlijk, maar voor een terugblik op hun wonderjaren die een eerbetoon aan hun muzikale jeugdhelden belooft, klinkt dit dertiende album van die andere grootste rockgroep ter wereld onbehoorlijk ontluisterend – althans volgens menigeen, want saillant genoeg vindt menigander juist het tegendeel. Wel wis en waarachtig een heleboel rake zinnen uit Bono’s pen, zoals pak ’m beet: Every breaking wave on the shore tells the next one there’ll be one more. Doch dit terzijde, mij hier gaat het hier nu om die hoesfoto, kunstzinnig geschoten in zwart-wit en clair-obscur: twee mannen met ontbloot bovenlijf, de oudere, zo te zien geknield, met zijn armen om het middel van de jongere, diens gezicht zichtbaar tot net boven de mond. Een, dare I say it, niet geheel non-homo-erotisch beeld en bijgevolg ook nogal intrigerend: in de oudere man herkennen we immers Larry Mullen Jr., de drummer van de band. Maar wie is dan toch die jongere? Zijn zoon, zo leert bestudering van het inlegvel. En hij luistert naar de naam Elvis.
Flashback naar hartje zomer. Op onze pelgrimage door de Deep South doen we in Memphis, hoe kan het ook anders, de Sun Studio aan. Werkelijk godgeklaagd dat ze die voorgevel zo nodig hebben moeten ontsieren met een gigantische gitaar. Wel nog in originele staat verkeren de opnameruimte en de controlekamer, sterker zelfs, The Birth Place Of Rock N’ Roll is tot op de dag van vandaag in bedrijf. Zo streek U2 er alweer ruim een kwart eeuw geleden tegen het eind van een ellenlange veldtocht door Amerika neer om er een en ander op te nemen voor de quasi-soundtrack van de rockumentaire Rattle And Hum. Half doorgedraaid of niet, de vier blikten er drie van hun mooiste liedjes in: Love Rescue Me, geschreven door Bono samen met een meezingende Bob Dylan, When Love Comes To Town, een spetterend duet met B.B. King, en Angel Of Harlem, een soulsaluut aan jazzdiva Billie Holiday. Na gedane arbeid liet Larry Mullen Jr. zijn blauwe drumstel achter, zo vertelt de rockabilly rondleider – als teken van eerbied en dankbaarheid. Nooit geweten.
Groter dan verwacht trouwens, dat historische studiootje aan Union Avenue, denk ik al ronddrentelend, je hebt ze weleens kleiner gezien. Ondertussen poseert de een na de ander met naar verluidt de originele microfoon, een Shure 55, waar Elvis Presley al zijn Sun-krakers door heeft ingezongen – inclusief Good Rockin’ Tonight, mijn persoonlijke favoriet, opgenomen op vrijdag 10 september 1954 en woensdag 20 september 1978 nog eens dubbeldik overgedaan door Bruce Springsteen met zijn E Street Band als kick-off van een epische show in het Capitol Theatre in Passaic, New Jersey. Hoeveel rondjes zou ik nou al om dat drumstel hebben gedraaid? Een geval van niks eigenlijk: bass drum, snare drum, floor tom, tom-tom, crash cymbal,ride cymbal, hi-hat – meer moet dat niet zijn. En laag afgesteld bovendien, alsof deze starter kit toebehoort aan een jochie van dertien. Ik raak er gewoonweg niet op uitgekeken – ja, verdomd als het niet waar is, dit doet me iets. Na wat gedraal ga ik op de kruk zitten en wenk: kom, maak even een foto. Het kiekje is een beetje onscherp, zo blijkt eenmaal weer buiten, maar allez zeg, het was ook een bewogen moment.