Gedurende de hoogtijdagen van het hippiedom werden wij Hollandse melkmuilen als simpele popzielen tot de Chicago blues bekeerd door een stelletje Britse bleekneuzen. Stuk voor stuk hadden ze zich suf geoefend op Otis Rush, Buddy Guy, Albert King en Freddie King, maar bij praktisch niemand klonk B.B. King door.