Interviews etc.

Neil Young
Oktober 1982

“Ik heb het gevoel dat mijn akoestische muziek uit de jaren zestig en zeventig eindelijk haar zusje heeft gevonden in mijn computermuziek," zegt Neil Young. "Wat ik ook doe, het is in wezen allemaal hetzelfde, omdat ík het altijd ben. Het is persoonlijk.”

Dave Edmunds
April 1982

Die grauwe zondagmiddag kampte Dave Edmunds met een fikse kater, terwijl de bar van het familiehotel tot overmaat van ramp gesloten bleef. Het gesprek verliep dan ook behoorlijk stroef, temeer omdat er volgens hemzelf over zijn werk weinig te vertellen valt. "Je moet niet gaan jagen op briljante vondsten, geniale ideeën schieten je gewoon te binnen."

Ian Curtis van Joy Division
Mei 1981

"De meeste mensen willen graag alles ontvluchten, maar er zijn er genoeg die bereid zijn naar zichzelf te kijken en uit te zoeken waarom ze bepaalde dingen doen of voelen," zei Ian Curtis, de voorman van Joy Division. "Ik geloof dat wij ze daarbij helpen. Ze kunnen zich aan onze muziek spiegelen.”

Doug Sahm
December 1980

“Zonder dit spul zou mijn geest nooit op gang komen,” zei Doug Sahm, terwijl hij zijn eerste pijpje van die dag rookte. “Buiten hasjiesj en marihuana gebruik ik trouwens niets. Moet je eens zien....” Hij pakte een toilettas, trok de rits open en toonde de inhoud: ruim tien medicijnachtige flesjes. “Allemaal vitaminen,” verduidelijkte hij.

Pete Townshend
April 1980

"Ik vond het spannend en leerzaam om te experimenteren met de synthesizer, maar geef mij liever een elektrische gitaar," zegt Pete Townshend, de artistiek leider van The Who. “Een synthesizer is een computer, een elektrische gitaar een machinegeweer. En het geluid dat uit de versterkers komt, is grootser, en in zekere zin ook beter, dan Wagner.”

Willy DeVille
Februari 1979

Mink DeVille wordt gevormd door een Ier, een Welshman, een Italiaan, een Latijns-Amerikaan, een Fransman en, incidenteel, drie Jamaicanen. “Een aardige doorsnee van de bevolking van New York,” vindt Willy. “Ik wilde een groep waar New York trots op kon zijn.”

Gram Parsons
Juni 1978

Die dag had Gram Parsons morfine gespoten en onafgebroken gedronken. Tegen tienen ’s avonds hoorde de eigenaar van de Joshua Tree Inn eigenaardige geluiden in zijn kamer. "Toen ik ging kijken, was een of andere griet bezig hem af te rukken, waarschijnlijk om te proberen hem te laten bijkomen."

Randy Newman
Mei 1978

“Hoe kan ik ooit hebben geloofd dat het eenzaam aan de top is?” vraagt Randy Newman zich grijnzend af, refererend aan het zogenaamd voor Frank Sinatra geschreven liedje 'Lonely At The Top.' Maar even later relativeert hij het succes van 'Short People'. “Het is een controversiële en ook nog eens simpele grap. Ik strijk het geld op, maar onder protest.”

Cliff Richard
Januari 1978

En elke zondag luisteren naar Radio Luxemburg, liggend op de ruwe mat in de huiskamer, een oor tegen het luidsprekertje gedrukt. Het eerste liedje dat je bijbleef: Wooden Heart van Elvis. De eerste foto die je bewaarde, uit de Revue gescheurd: Elvis als cowboy, wijdbeens en met getrokken colt, brutaal de lens inkijkend.

J.J. Cale
Februari 1976

“Mijn muziek is zo eenvoudig, omdat ik maar een paar akkoorden ken," zegt J.J. Cale. "Aan de andere kant heb ik ook geen zin om van alles en nog wat uit te proberen. Als ik maar één akkoord hoef te spelen, dan zal ik er niet over peinzen om er twee te gebruiken. Maar dat is weer te wijten aan mijn luiheid.”

Pagina's