Eagles - Boven de wolken
Een vriendelijk doch dringend verzoek vooraf: of we onze mobiele telefoons wilden opbergen. Straks als hij dat liedje over dat hotel zou doen, mochten we ze weer tevoorschijn halen. We waren hier tenslotte bijeengekomen om te luisteren naar muziek, nietwaar. En dan moet je je niet ondertussen met iets anders bezighouden. Of zoals zij hippies plachten te zeggen: “Be here now.” Toen kon het dan eindelijk beginnen, want in zijn welkomstwoord had Don Henley eerst breedvoerig zijn liefde voor Holland betuigd, waarbij hij zich herinnerde hoe ze tijdens hun eerste bezoek in de vroege jaren zeventig hadden staan kijken van al die fietsers en lange meiden. Anders dan verwacht pakte het zomeravondconcert niet uit als een nostalgische bedoening, omdat wonderlijk genoeg de toon werd bepaald door de vijf liedjes uit Cass County, zijn jongste album vol tijdloze countryrock. Onberispelijk begeleid door liefst zeven muzikanten en drie zangeressen vertolkte hij verder alle hits en overige hoogtepunten van zijn drie soloplaten uit de jaren tachtig. Wat overigens opmerkelijk natuurgetrouw gebeurde, ook al deden die schel suizende synthesizers bijgevolg hopeloos gedateerd aan. En dan die vijf klassiekers van de Eagles, waarmee hij, bijna zeventig maar zingend als in de jaren zeventig, zelfs plaatsvervangend jeugdsentiment wist op te wekken. Ademstokkend, die falset in One Of These Nights. Niet kapot te krijgen, dat Hotel California. Om maar te zwijgen over die zeldzame uitvoering van The Last Resort, door hemzelf omschreven als “de geschiedenis van de westerse beschaving in zeveneneenhalve minuut”. Nee, die 64 euro exclusief servicekosten voor Don Henley op 22 juni 2016 in de HMH Amsterdam bleek bepaald geen weggegooid geld.
*******
Veertig jaar geleden verscheen Hotel California, om precies te zijn op 8 december, dus mooi op tijd voor de holiday season. Al had het er nog om gespannen, want het scheppen dreigde op een gegeven moment uit te lopen op een gebed zonder end. Sinds 1972 leverden de Eagles elk jaar een album af en dat terwijl ze met korte tussenpozen de ene na de andere tournee afwerkten. Don Henley en Glenn Frey hadden namelijk onderling afgesproken alles op alles te zetten, waarbij Bernie Leadon en Randy Meisner zich in hun onnozelheid lieten meeslepen. Met de nodige arrogantie joeg het tweetal op de status van grootste popgroep van de Verenigde Staten, zij het zonder hun muzikale eigenheid te willen verkwanselen. Het titelloze debuut bleek met de hits Take It Easy en Witchy Woman gelijk een schot in de roos, het ambitieuze countryrockepos Desperado daarentegen deed het alleen in Nederland naar wens. Tot hun stomme verbazing haalde het fluweelzachte Best Of My Love van opvolger On The Border, misschien wel hun meest synergetische album, de bovenste plaats in Amerika en Canada. Versterkt met Don Felder, een schoolvriend van Bernie Leadon, en onder leiding van producer Bill Szymczyk perfectioneerden en populariseerden ze hun stijl op One Of These Nights, feitelijk geen al te beste plaat ondanks het vergeten juweeltje After The Thrill Is Gone en die trits monsterhits: het soulachtige titelnummer, het gold diggers-relaas Lyin’ Eyes en de aanstekerballade Take It To The Limit.
De commerciële doorbraak katapulteerde de Eagles medio jaren zeventig naar de hallen en stadions. Prompt lieten ze het op tournee zo breed mogelijk hangen, daartoe aangemoedigd door hun meereizende manager, de beruchte Irving Azoff, over wie Don Henley eens opmerkte: “Hij mag dan een satan zijn, hij is tenminste onze satan.” Per privé-jet verplaatste men zich van de ene naar de andere stad, alwaar een colonne limousines gereed stond om het gezelschap inclusief crew af te zetten bij het allerchicste hotel ter plaatse. Tijdens het concert ’s avonds deelden roadies buttons uit aan de lekkerste meiden in het publiek, die zich na afloop backstage konden melden voor The Third Encore, de afterparty in een hotelsuite met een overdaad aan cocaïne, champagne en marihuana. Vielen in het heartland de regionale schonen onverhoopt tegen, dan liet men fluks een twintigtal fotomodellen uit Los Angeles invliegen. “The greatest travelling party of the seventies,” aldus Glenn Frey, die smakelijk kon verhalen over die ene nacht met het ‘2-in-1 pakket’: een jong ogende moeder en haar tienerdochter. Een ander favoriet tijdverdrijf was marathon pokeren met torenhoge inzetten. Een keur aan pillen moest eenieder gedurende deze uitzinnige viering van het hedonisme op de been houden, al gold voor alle veiligheid één ijzeren stelregel: per week verplicht vier uur slapen.
Don Henley en Glenn Frey waren in die wilde dagen onafscheidelijk. Als ze al niet een huurhuis in de Hollywood Hills deelden, dan woonden ze er wel ergens op een steenworp afstand van elkaar. ’s Middags keken ze football en knutselden ze aan nieuwe liedjes, ’s avonds hingen de womanizers, vaak samen met brother in arms J.D. Souther, rond in de bar van de Troubadour, de fameuze club aan Santa Monica Boulevard, of in een booth in het aanpalende Italiaanse restaurant Dan Tana’s. Soms ging de één of de ander een serieus lijkende liaison aan, wat hem overigens nog niet deed stoppen met het onenightstands scoren. Zo kreeg Loree Rodkin, tegenwoordig een wereldberoemd sieradenontwerpster, destijds de 22-jarige ex van Bernie Taupin, de vaste tekstdichter van Elton John, binnen de kortste keren haar bekomst van Don Henley, waarmee ze zowaar zijn hart wist te breken. Maanden na de breuk schreef hij Wasted Words op een melodie van Glenn Frey, gemodelleerd naar de Philly soulslijpers van Teddy Pendergrass. Het was het eerste kant-en-klare lied voor Hotel California, zoals ze hun volgende album alvast hadden gedoopt. Verder wilde het niet zo vlotten met het beoogde magnum opus, gestresseerd, oververmoeid en doorgedraaid als ze waren, wat sluipenderwijs leidde tot oplopende spanningen.
Ziek van de ramkoers waarop de Eagles lagen en wars van al hun excessen sloeg Bernie Leadon op een kwade dag door toen de beide roergangers tijdens een groepsoverleg elkaar in de haren vlogen: hij goot een blikje bier leeg over het hoofd van Glenn Frey en liep doodkalm de hotelkamer uit. Het restant van die Amerikaanse megatournee werkte hij nog mokkend af, een paar maanden nadien maakte men zijn vertrek wereldkundig, tegelijk met de naam van zijn onwaarschijnlijke vervanger: Joe Walsh, een rocker met een eigen carrière uit de stal van Irving Azoff, een wildeman wiens credo luidde: party til ya puke. De eerste maanden van 1976 waren vrijgehouden voor studiowerk, maar de inspiratie liet het afweten, zodat het hele gezelschap pas in de lente kon afreizen naar Miami, waar ze hun intrek namen in 461 Ocean Boulevard, hetzelfde herenhuis dat Eric Clapton een paar jaar eerder had afgehuurd gedurende de opnamen van zijn gelijknamige tweede soloplaat. Obsessief perfectionisme bracht de Eagles in tijdnood vanwege een geboekte zomertournee, die ze weer moesten inkorten om het album te kunnen voltooien, wat deels zou gebeuren in Los Angeles, ook al vreesde Bill Szymczyk elk moment een catastrofale aardbeving. “Al met al kostte het welgeteld 87 studiodagen, verspreid over zeven maanden,” zal hij nimmer vergeten. “Het is het iedere minuut waard geweest.”
*******
Hotel California telt acht nummers plus een symfonische reprise met een totale speelduur van een kleine drie kwartier. Twee singles bereikten de top van de Amerikaanse en Canadese hitlijsten. Saillant genoeg kwam de muziek van beide klassiekers niet uit de koker van Don Henley en Glenn Frey. New Kid In Town, een gracieus countryrocklied over de grilligheid en vluchtigheid van liefde en roem, heet zelfs ‘J.D. Souther’s baby’. En Don Felder tekende voor zowel de compositie als het arrangement, inclusief het elektrische gitaarduet, van het monumentale titelstuk. Luisterend naar diens democassette brainstormden de twee kompanen hoog boven de wolken over een filmische tekst. Zo zagen ze op een gegeven moment voor zich hoe een man op een zwoele avond over een snelweg door de woestijn rijdt. De glinsterende lichten in de verte blijken van een mysterieus hotel, waar de reiziger vermoeid en dorstig zijn intrek neemt, om vervolgens gevangen te raken in een Fellini-achtige wereld. This could be heaven or this could be hell. Nogal logisch laat Hotel California zich beluisteren als een allegorie van de rockcoterie in Los Angeles, die met al zijn decadentie en materialisme weer symbool moet staan voor de Amerikaanse, zo niet de gehele westerse cultuur. “Het gaat in wezenover klassieke conflicten, zoals de strijd tussen jeugd en volwassenheid, goed en kwaad, het geestelijke en het wereldlijke,” aldus Don Henley, nooit beducht voor dure woorden. “Kortom: het verlies van de onschuld.”
Het Beverly Hills Hotel op Sunset Boulevard bij zonsondergang siert de cover van Hotel California, de binnenkant van de klaphoes toont de Eagles in de lobby van The Lido Appartments vlakbij Hollywood Boulevard, omringd door the rich and the pretty met in hun midden wellicht de hoofdpersoon van The Last Resort. Met in haar bagage niet veel meer dan wat verwachtingen en dromen reist de jonge vrouw, een meisje eigenlijk nog, vanuit Providence, Rhode Island af naar The Golden State, net zoals de kolonisten in de loop der eeuwen steeds verder westwaarts trokken tot ze aan de rand van Amerika stonden. Daar eindigde het imperialisme, peinsde Don Henley op een verloren zomernamiddag op Zuma Beach, starend over de wijde oceaan, zijn rug gekeerd naar de surfplanken, volleybalnetten en campers. There is no more new frontier, we have got to make it here. Om er meteen achteraan te denken: “Neuh, niet waar, we hebben ook nog Hawaï verpest.” You can leave it all behind and sail to Lahaina, just like the missionaries did so many years ago, schreef hij toen in zijn hoofd. They call it paradise, I don’t know why. You call some place paradise, kiss it goodbye.
Een kleine twee maanden voor de verschijningsdatum van Hotel California gingen de Eagles alweer op tournee. Al viel het aan de optredens beslist niet af te horen, ze waren praktisch opgebrand, met name Don Henley, die kampte met een hardnekkige maagzweer en daarbij toenemende last ondervond van verkrampte rugspieren. Er reisde niet alleen een masseuse mee, hij liet ook een kingsize matras meeslepen. Het cokegebruik was ondertussen finaal uit de hand gelopen, zeker bij Glenn Frey, wiens neustussenschot uiteindelijk niet nóg een keer te repareren bleek. Paranoia verziekte de verstandhouding tussen de twee gezworen kameraden dusdanig dat ze op een gegeven moment via woordvoerders met elkaar begonnen te communiceren. Zo ging zelfs van The Third Encore van lieverlee de glans af. “We waren niet alleen doodmoe, we waren het ook spuugzat,” aldus Don Henley. Ze hadden het voorvoeld, dat dan weer wel, getuige Life In The Fast Line, waarvan de iconische titel Glenn Frey door een dealer in de schoot was geworpen tijdens een dollemansrit op weg naar een nachtelijke partij Eagle Poker. They went rushin’ down that freeway, messed around and got lost. They didn’t care, they were just dyin’ to get off. “Stelletje jammerende narcisten”, schamperde de zeer geëerde popprofessor Greil Marcus, al bestempelde hij Hotel California desalniettemin als topklasse, zij het tegen heug en meug. Veertig jaar later staat de verkoop van het album in de Verenigde Staten op ruim 16 miljoen exemplaren, terwijl in de rest van de wereld nog eens zo’n 32 miljoen stuks werden weggezet. Glenn Frey zaliger kon er kort over zijn: “It made us and it ate us.”