Misverstanden
Norah Jones. Wie zou haar eigenlijk niet kennen? Een jaar of tien terug kon je geen modezaak, boekwinkel of grand café binnenstappen of daar klonk haar jazzy countrypop stemmig op de achtergrond. Een beetje muziekliefhebber van dertigplus heeft Come Away With Me dan ook gegarandeerd in de kast staan, waarschijnlijk pal naast Tourist van St. Germain, Buena Vista Social Club en 21 van Adele. Een slordige achttien miljoen stuks zouden er uiteindelijk wereldwijd van dat droomdebuut van de hand gaan. Naar verluidt verzuchtte de languissante zangeres na het zoveelste miljoen ten kantore van haar platenfirma of ze niet in hemelsnaam wilden ophouden met nabestellen – zó bijzonder was dat plaatje van haar nu ook weer niet.
Laat ik nou toevallig indertijd die kaskraker voor Oor hebben besproken. Lovend, dat moet mij worden nagegeven, maar wat te denken van de slotzin: “Dankzij de volstrekt a-commerciële aanpak staat dit sfeerrijke album haaks op de tegenwoordig zo in zwang zijnde sensuele nepjazz, waarmee Norah Jones zich aandient als een rechtgeaard muzikante.” Tja. Zo zat ik pakweg een decennium eerder in afwachting van mijn interview met Bangles-boegbeeld Susanna Hoffs aan de bar van Countdown Café naast een muizig zangeresje. Tegelijkertijd zag ik op de monitor boven mijn hoofd de zojuist geschoten tv-opname van haar optreden voorbijkomen. Vergeet het maar, meisje, dacht ik meewarig, dat wordt helemaal niks met jou. Haar naam? Celine Dion.
Terug nu naar Norah Jones en via haar meteen rechtstreeks door naar haar vader. Want vanochtend klonk door de wekkerradio het bericht van zijn overlijden op de gezegende leeftijd van honderd min acht. Tussen haakjes: zo pleeg ik in dergelijke gevallen namelijk altijd het geboortejaar uit te rekenen, vandaar. Goh, zeg, dat hij überhaupt nog leefde, die Ravi Shankar, wereldambassadeur van de sitar, dit uiteraard met speciale dank aan George Harrison, die trouwens heel wat minder genadig aan zijn einde kwam. En geheel terzijde: wat iedereen anders er ook van mag zeggen, die opener van kant twee van Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band blijft een prachtig nummer, zeker ook vanwege de wijze woorden life flows on within you and without you.
Enfin, de stille Beatle liet in de vroege jaren zeventig zijn Indiase leermeester en diens supertrio het spits afbijten van The Concert For Bangladesh, een tweetal benefietavonden voor het toen door oorlog en hongersnood getroffen Oost-Pakistan, waar verder bevriende supersterrren als Leon Russell, Eric Clapton en Bob Dylan aantraden. Onvergetelijk is hoe er na een kleine vijftien seconden geplink en geplonk een slap applausje opklinkt, waarop Ravi Shankar in lotuszit zich naar de microfoon vooroverbuigt om het publiek in de volle Madison Square Garden in New York met een spottend glimlachje te bedanken. “Als jullie het stemmen al zo mooi vonden, dan hoop ik dat jullie van de muziek des te meer zullen genieten.”