Randy Newman - Hollands dagboek
Vrijdag 30 september
Rond half zeven vanochtend landden we op Schiphol en tegen het eind van de middag had ik er al een stuk of drie interviews op zitten. Ze laten er in Holland geen gras over groeien, zeg. Waar heb ik al deze belangstelling toch aan te danken? Per slot van rekening is er in geen tijden meer een plaat van mij verschenen. Ik kan het eigenlijk nog steeds niet bevatten dat ik nu hier ben voor een theatertournee van liefst dertien concerten. De komende twee weken zal ik vanuit mijn tijdelijke standplaats Amsterdam het land doorkruisen tot aan Groningen en Maastricht toe. Alleen Nijmegen ontbreekt ditmaal op het programma. Moeten ze me daar in de bergen soms niet meer?
Op het gevaar af slijmerig over te komen, wil ik toch eerst even kwijt dat Nederland een speciale plek in mijn hart inneemt. Per slot van rekening was dit het eerste land ter wereld waar mij enige erkenning ten deel viel en daarbij heeft het publiek zich de afgelopen twintig jaar buitengewoon loyaal betoond. Bovendien zou ik me geen alerter en attenter gehoor kunnen wensen. Mijn teksten worden hier uitstekend begrepen, terwijl we er ook nog eens hetzelfde gevoel voor humor op na blijken te houden, wat in de Verenigde Staten toch wel even iets anders ligt. Vandaar dat ik deze tournee niet eerst en vooral vanwege het geld doe, al laat ik mij er daarom natuurlijk niet minder goed voor betalen. Ik ga heus niet de grote mogol uithangen.
Maandag 3 oktober
De eerste twee concerten verliepen prima, zij het dat er gisteravond in Leeuwarden wel een tbc-oorlog leek te woeden, zoveel gehoest als er werd in de zaal. Tot mijn geruststelling vielen de liedjes uit Faust, die ik nog niet eerder voor een publiek had gespeeld, in goede aarde. De plaatopnamen van die musical zijn overigens op wat kleinigheden na afgerond, zodat het album volgens planning komend voorjaar zal verschijnen. De cast mag er wezen, al zeg ik het zelf: James Taylor als God, Don Henley als Faust, Linda Ronstadt als Gretchen, Bonnie Raitt als Martha en Elton John als Britse engel. De rol van de duivel neem ik uiteraard zelf voor mijn reken ing, zoals iedereen die mij een beetje kent wel had kunnen raden.
Toen ik Faust voor het eerst las, wist ik meteen dat ik er ooit nog eens een muzikale parodie op zou maken, die het origineel van Goethe tot de grond toe af zou breken. Een jaar of zeven geleden schreef ik een eerste versie, maar het resultaat kon volgens mij beter, vandaar dat ik het een tijdlang heb laten rusten. Ik heb er een soort komedie van gemaakt, waarin niet zozeer de tegenstelling tussen goed en kwaad centraal staat als wel de aloude generatiekloof. Dat ik het stuk van elke diepzinnigheid verschoond heb, lijkt me haast overbodig te vermelden.
Mijn Faust is een negentienjarige student uit het middenwesten van de Verenigde Staten, een nietsnut van het zuiverste water, een ronduit onuitstaanbaar joch dat werkelijk niets weet te bedenken wat hij nou eens echt graag zou willen. De duivel vangt dan ook ondanks alle verwoede pogingen bot bij zijn onderhandelingen met de knul, terwijl hij juist verwachtte diens ziel voor een prikje te kunnen kopen, aangezien de jeugd van tegenwoordig volgens hem nu eenmaal geen greintje moraal bezit. Uiteindelijk slaagt God er dankzij zijn magische kracht in de jongen verliefd te laten worden op Gretchen, die vervolgens tot grote schande in verwachting raakt. Na de moord op haar broer vlucht het jonge paar de bossen in, waar Faust zowaar tot inkeer komt en zich vrijwillig bij de gevangenis gaat melden. Als hij God op zekere dag zelfs berouwvol om vergiffenis vraagt, wordt hij samen met zijn geliefde door een stel engelen naar de hemel overgebracht. Uit mededogen heb ik de duivel een doekje voor het bloeden gegeven door hem vertier te laten vinden in Las Vegas. Eind goed, al goed.
Donderdag 8 oktober
Vanmiddag ben ik op weg naar Zoetermeer met een tv-ploeg van een of ander kunstprogramma bij Mathilde Santing langs geweest. Vorig jaar heeft ze een album gemaakt met allemaal liedjes van mijn hand, Texas Girl & Pretty Boy, en sommige stukken daarop behoren werkelijk tot de allerbeste uitvoeringen die ik van mijn werken. Wat niet wegneemt dat ik in de regel nog altijd het gelukkigste ben met mijn eigen versies, want de meeste interpretaties missen toch de juiste intonatie, waardoor de dubbelzinnige ondertoon van de teksten verloren gaat. Aan de andere kant ervaar ik het als een waar genot om iemand met een prachtige traditionele stem mijn composities te horen vertolken, te meer daar ze meestal met onmiskenbaar plezier worden gezongen. Paradoxaal genoeg besteed ik nooit zoveel aandacht aan de zangmelodie, omdat ik me van oudsher vooral concentreer op de instrumentatie.
Ik werk graag met symfonieorkesten, niet in de laatste plaats vanwege het feit dat ik muzikanten verreweg de aardigste mensen vind van alle mij min of meer bekende beroepsgroepen. Los daarvan schenkt het me de nodige voldoening dat ik hen als dirigent met het jaar steeds weer iets beter kan laten spelen. Om een misverstand te vermijden: ik sla het maken van semiklassieke filmmuziek in artistiek opzicht beslist niet hoger aan dan het opnemen van een popplaat.Zo zou ik ook liever in één adem genoemd willen worden met bijvoorbeeld Prince, Paul Simon of Peter Gabriel dan met willekeurig welke Broadway-componist, uitgezonderd natuurlijk Stephen Sondheim. Van hetgeen ik de afgelopen kwart eeuw allemaal aan cultuur heb meegekregen, staat de literatuur en dan met name de non-fictie bovenaan de lijst van wat er volgens mij aan kunst zal overleven. Maar eerder nog dan de film volgt daarna meteen de popmuziek, daar ben ik heilig van overtuigd.
Vrijdag 7 oktober
Vandaag geniet ik mijn tweede vrije dag, waarmee trouwens niet gezegd is dat ik me tijdens deze tournee uit de naad moet werken. Ik sta zo tussen negen en tien op en meestal kan ik dan tot diep in de middag doen en laten wat ik wil. Inmiddels heb ik er bijna een gewoonte van gemaakt om rond een uur of een wat te gaan hardlopen in het Vondelpark, al zit ik ook regelmatig in het fitnesscentrum te fietsen. Daarnaast studeer ik trouw enkele klassieke stukken op de elektrische piano hier in mijn hotelkamer. Verder mag ik met dit mooie herfstweer natuurlijk graag door de stad wandelen,waarbij ik zo nu en dan een museum aandoe. Nou meende ik in Amsterdam aardig de weg te weten, maar ik ben me deze week toch al wat keren verdwaald. Op een gegeven moment stond ik zelfs totaal verloren op het Max Euweplein, terwijl dat notabene op een steenworp afstand van het Leidseplein ligt.
Een paar dagen geleden ben ik met Cathy Kerr, mijn manager, bij The Bulldog binnengewipt. Ik was nog nooit van mijn leven in zo’n soort coffeeshop geweest en bovendien had ik in geen twintig jaar meer hasj of marihuana gerookt, dus wist ik veel wat ik moest bestellen. Toen heb ik als een man van de wereld maar het beste van het beste gevraagd plus een pijpje en een aansteker om het spul soldaat te maken. Buiten hebben we op een bankje flink zitten blowen. Eerst voelde ik me fantastisch: ik hield Cathy voor Marianne Faithfull en zelf waande ik me Donovan. Toen we eenmaal weer liepen, raakte ik door al die drukte op straat echter plotseling totaal de kluts kwijt. Ik herkende echt helemaal niets meer van de stad en Cathy heeft mij als was ik een panische blinde naar het hotel moeten terug leiden. Hoe pathetisch en gênant - ik kon achteraf wel door de grond zakken.
Dinsdag 11 oktober
Normaal gesproken kijk ik nooit naar mezelf als ik op de televisie kom, maar nu ik toch in het buitenland ben, hield ik me voor dat ik voor een keertje best van dat principe mocht afwijken. Zodoende heb ik vanavond voor het eerst sinds vijftien jaar mijn achterhoofd weer eens gezien. Wat me van die reportage in dat kunstprogramma echter bovenal zal bijblijven, is het schokkende feit dat ik, anders dan ik altijd had gedacht, werkelijk als twee druppels water lijk op mijn broer.Overigens kunnen we het goed met elkaar vinden, mijn broer de chirurg en ik, al was het maar omdat we allebei verwoede lezers zijn. Alleen houdt hij het bij moderne romans, terwijl mijn belangstelling meer uitgaat naar biografieën, literaire essays en wetenschappelijke werken.
Wat fictie betreft, wordt mijn nieuwsgierigheid vooral geprikkeld wanneer het verhaal zich afspeelt in een mij bekende omgeving, vandaar dat ik Nederlandse schrijvers als Harry Mulisch, Cees Nooteboom en Janwillem van de Wetering in de kast heb staan. Eigenlijk zou ik best meer dan twee boeken per week willen lezen, ware het niet dat ik me vaak niet van het tv-toestel kan losrukken. Zo interesseer ik me absoluut niet voor sport en toch blijf ik er soms urenlang naar kijken - ik kan het gewoon niet helpen.
Vrijdag 14 oktober
Tot mijn leedwezen blijkt men waar ook in Naderland nauwelijks respons te geven op de liedjes uit Trouble In Paradise en Land Of Dreams, al had ik dat natuurlijk kunnen verwachten, want die albums hebben slechts een tiende verkocht van Sail Away, Good Old Boys en Little Criminals. Toch lijken die latere platen me zuiver muzikaal gezien ontegenzeglijk beter, waarbij ik mezelf als tekstdichter scherper en trefzekerder dan vroeger vind. Wel gebruik ik bij het schrijven nog steeds dezelfde basistechniek: ik voer een verteller ten tonele die zichzelf minder goed kent dan de luisteraar over hem aan de weet zal komen.
Doorgaans draait het behoorlijk onbetrouwbare, vaak leugenachtige en steevast ongevoelige typen, die beduidend slechter van aard zijn dan het gros van de mensheid. Mijn empathie met dergelijke personages moet men echter niet verslijten voor sympathie, laat staan dat men mij met die figuren mag vereenzelvigen. Ik ben althans bij mijn weten geen wreed, bitter en cynisch man, hoogstens overdreven pessimistisch, zij het desondanks verre van ongelukkig. Ik mag niet klagen over hoe mijn leven tot dusver is verlopen. Hoewel ik het betreur dat ik niet harder heb gewerkt, hoef ik me voor de kwaliteit van mijn muziek zeker niet te schamen.
Schuldgevoelens op het persoonlijke vlak ken ik evenmin, al zal ik het tot in lengte van dagen smerig en gemeen van mezelf blijven vinden dat ik mijn liefhebbende vrouw heb verlaten voor een ander met wie het toch nooit iets zou worden. Inmiddels staan we echter weer op goede voet met elkaar en ze is zelfs bevriend geraakt met mijn tweede echtgenote. Als vader heb ik het er in zoverre niet slecht van afgebracht dat de drie jongens voorbeeldig zijn opgegroeid, terwijl ook met de twee baby’s alles in orde lijkt. Had iemand me twintig jaar geleden dit leven in het vooruitzicht gesteld, ik zou er ogenblikkelijk voor hebben getekend.
Dinsdag 1 november
Na veertien dagen door België, Luxemburg, Frankrijk en Duitsland te hebben getrokken, was ik gisteren weer even in Nederland voor een laatste optreden in Rotterdam. Dezelfde avond nog zijn we teruggereden naar Keulen, waarna Zwitserland, Engeland, Ierland en Schotland op het programma staan. Gelukkig is in de tussentijd mijn vrouw een weekje bij mij geweest, anders weet ik niet of ik het wel zolang van huis had volgehouden. Ik mis de twee kleintjes. Los van mijn heimwee heb ik het in Europa bijzonder naar mijn zin. Vergeleken met de Verenigde Staten en in het bijzonder dan Los Angeles, waar ik immers woon, ziet alles en iedereen er hier zo welvarend uit, al ben ik bepaald niet blind voor de verloedering in de grote steden.
De geweldige belangstelling en waardering voor deze theatertournee heeft me werkelijk diep ontroerd, iets wat ik het publiek ook zo goed en zo kwaad als dat ging heb proberen te vertellen - ik ben nu eenmaal geen man die met zijn gevoelens te koop loopt. Maar ik ben tenslotte al vijftig en hoe vaak zal het mij nog gegeven zijn hier te komen spelen? Enfin, tot besluit van dit dagboek wil ik graag de hoop uitspreken dat The Bulldog mij als dank voor de bewezen sluikreclame een gratis sweatshirt zal toezenden. We zullen zien.