Justin Townes Earle - Gedeelde waarheid
Thunder only happens when it’s raining. Bij die woorden viel pas het kwartje: Dreams van Fleetwood Mac! Niet bepaald een liedje voor hem om te coveren, dat wist hijzelf zelf ook wel, vertelde Justin Townes Earle die kwakkelavond in een volle Cloud Nine in de nok van het Utrechtste muziekpaleis TivoliVredenburg. Ware het niet dat hij als klein jochie van zijn moeder altijd onder de tafel moest kruipen wanneer het buiten heftig tekeerging. Wat meteen verklaart waarom er in zijn werk nogal eens sprake is van slecht weer.
“Absoluut,” beaamde hij enkele uren eerder in de piepkleine rookcabine, zuigend aan een flinterdun stickie: de oudste van Steve Earle en de peetzoon van diens mentor Townes Van Zandt is een moederskind. Zijn ouders scheidden in zijn peutertijd, waarbij zijn ma met twee luizige baantjes hem moeilijk in het oog kon houden, zodat hij al gauw allerlei kattekwaad uithaalde. Zijn pa raakte ondertussen zwaar aan de heroïne en keek helemaal niet meer om naar zoonlief, die al in zijn vroege puberteit op de hort ging. Als twintiger liep het met zijn consumptie van alcohol en drugs werkelijk de spuigaten uit: de terugvallen lieten zich op een gegeven moment niet langer op de vingers van twee handen tellen. “We hebben pas mijn verjaardag bij mijn moeder thuis gevierd. Bij het afscheid vroeg ik haar of ze tien jaar geleden had kunnen vermoeden dat ik de drieëndertig zou halen. Zij schudde alleen maar zwijgend van nee.”
Afgelopen zomer verhuisde JTE, zoals intimi en fans hem plegen te noemen, omwille van zijn moeder vanuit New York terug naar Nashville. “Zij heeft haar lichaam opgeofferd om voor mij te kunnen blijven zorgen, dus nu probeer ik op mijn beurt haar zo veel mogelijk bij te staan. Nadat ze zich jarenlang heeft moeten afbeulen, zijn haar rug en knieën finaal versleten. De afgelopen jaren heb ik genoeg geld opzij weten te leggen om voor haar een huis te kunnen kopen. We zijn eens een keer vanwege een huurachterstand uit ons appartement gezet, dat zal haar in ieder geval nou nooit meer overkomen.” Gedurende zijn vijf jaar in New York hield het contact met zijn vader trouwens niet over. “Ik zocht hem wel geregeld op in de hoop zo een band met hem op te bouwen, maar we leven kennelijk toch in twee al te zeer verschillende werelden. Wat trouwens niet betekent dat hij zich niet om mij bekommerde als ik weer eens in een destructieve fase zat.”
Begin jaren nul werd JTE door zijn vader letterlijk onder diens hoede genomen toen hij als gitaartechnicus en extra muzikant meemocht op een grootscheepse wereldtournee, die zijn neerslag zou vinden in de live-dubbelaar Just An American Boy. Op die ‘audio-documentaire’ kreeg hij bovendien de kans zich te presenteren als singer-songwriter met een studio-opname van een eigen nummer, Time You Waste, waaruit blijkt hoezeer hij zich als doorgeslagen puber aan zijn lot voelde overgelaten. “Met dat liedje stak ik niet een mes in mijn vaders rug, ik zong gewoon de waarheid. Daarbij was het de waarheid van vele anderen, ik bedoel, bij mij op school in Zuid-Nashville kwam praktisch iedereen uit een gebroken gezin.”
Absent Fathers heet JTE’s vlak na nieuwjaar uitgekomen album, de opvolger van het vier maanden eerder verschenen Single Mothers, allebei bedrieglijk basaal uitgevoerd samen met de van Lambchop en Calexico gekende Paul Niehaus op pedal steel en elektrische gitaar, geruggesteund door de ritmetandem van indierockband Centro-Matic. “Ook al is het overduidelijk een tweeluik, ik wou het per se niet als dubbelaar op de markt brengen. Wie gunt zich vandaag de dag nou nog de tijd om twintig liedjes op rij te beluisteren? Niet voor niets duren al mijn platen amper een half uur, want dat is in Amerika de gemiddelde reistijd van de forens. Los daarvan heb ik Single Mothers geschreven vanuit de optiek van de zwartgallige adolescent, terwijl ik de volwassene op Absent Fathers het licht aan het einde van de tunnel laat zien, zelfs al is dat lichtpunt dan nog niet veel groter dan een speldenknop.”
De hoesfoto van Absent Fathers is een soort alternatief staatsieportret van JTE en gade Jenn Marie, een gyrotonictherapeute en net als hij boomlang, broodmager en behoorlijk vol getatoeëerd. Toch blijkt het album over mislukte huwelijken, falende ouders en beschadigde kinderen minder autobiografisch dan zich doet vermoeden. “Mijn ik-personages zijn samengesteld uit diverse mensen die ik van nabij ken of heb gekend, mijzelf incluis. Daarnaast bezit ik de gave om in een restaurant een gesprek te voeren en tegelijkertijd de conversaties aan de belendende tafels te volgen, wat mij flink wat stof voor teksten oplevert. Ik schrijf over gedeelde emoties en ervaringen, anders voelt de luisteraar zich niet aangesproken. Haast niemand zal zich herkennen in mijn verleden als tienerjunkie, maar als eenzaam kind van een alleenstaande werkende moeder dat door zijn grootouders wordt opgevangen, ben ik allesbehalve een uitzonderlijk geval.”
Op zijn vijftiende begon JTE serieus werk te maken van zijn muziek in The Swindlers, een akoestisch combo dat bluegrass kruiste met ragtime, al zou hij zich pas halverwege de twintig doen gelden als singer-songwriter. Na het niet zo veelbelovende debuut The Good Life en het overdreven geprezen Midnight At The Movies sloeg de gedoodverfde zoon van met de magnifieke countrysoul van Harlem River Blues en Nothing’s Gonna Change The Way You Feel About Me Now een brug tussen blank Nashville en zwart Memphis. “Ja, de driehoek tussen die twee steden en St. Louis is wel mijn muzikale biotoop. Het kostte de nodige tijd voor ik mijn eigen stijl had gevonden, maar ik heb nooit geprobeerd zulke liedjes te schrijven als Steve Earle. Dat gebeurde onbewust, want gescheiden of niet, mijn moeder draaide zijn platen grijs.”
Niet voor het eerst gelooft JTE zijn leven nu echt op orde te hebben gekregen. Zo houdt zijn jongste liefde al liefst twintig maanden stand, laat hij trots weten, terwijl zijn carrière eveneens aardig naar wens loopt, zodat hij er wel voor waakt zijn eigen ruiten in te gooien. “Tot voor kort functioneerde ik alleen als muzikant. De drugs en drank stonden een normaal sociaal leven in de weg. Sinds een jaar of vijf ben ik clean, maar daarmee bleek ik er nog lang niet te zijn. Gelukkig belandde ik uiteindelijk bij een psychiater die ik durfde te vertrouwen. Zij dokterde voor mij een medicijnencocktail uit, waardoor mijn gevoelsleven nu radicaal is afgevlakt, wat het bestaan een stuk draaglijker maakt. Niet dat ik geen pieken en dalen meer ken, bewaar me, ik moet er niet aan denken. Wie wil er nou eindigen als een zombie?”