Heideroosjes - Punk uit de Peel
Ga naar een optreden van de Heideroosjes en je keert geheel verkwikt weer huiswaarts. Alleen al het uitzinnige publiek staat garant voor een opwekkende avond, maar de muziek werkt niet minder aanstekelijk: knokenharde, bimbostrakke en turbosnelle neopunk, die ook nog eens een geweten wil schoppen. Fast Forward heet het gloednieuwe album van de rebellenclub uit de Peel heel toepasselijk, want in minder dan veertig minuten worden er zestien liedjes doorheen gejast, terwijl ze er toch behoorlijk wat werk van hebben gemaakt. “Die plaat wordt in achttien landen uitgebracht,” zegt voorman Marco Roelofs (27). “Dan moeten we toch wel wat méér laten horen dan alleen wat charmant gerammel.”
De Heideroosjes begonnen aan de vooravond van de jaren negentig, een tijd dat punk op sterven na dood leek. Hoe kwamen jullie als jochies van veertien er nou bij juist dat soort muziek te gaan maken?
“Voor mij persoonlijk geldt dat ik via de hardrock de punk ben binnengekomen. Ik lette altijd erg op details en zo me bijvoorbeeld bij foto’s van Metallica op dat die T-shirts van de Ramones en The Misfits droegen. Zij vonden die bands kennnnelijk cool en als fan wou ik natuurlijk horen wat voor muziek dat eigenlijk was. Of ik las in de bedanklijst op een favoriet album namen van andere onbekende bands en dan ging ik weer met een lijstje naar de platenzaak om het allemaal uit te zoeken.”
Jullie hebben vorig jaar een Flashback To The Ramones-tour gedaan. Waren zij jullie grote voorbeeld?
“Nou, er was vooral sprake van een ratjetoe van invloeden, maar hun melodieuze benadering van punkrock kun je zeker op onze vroegste platen duidelijk terughoren. Voor mij als zanger en tekstschrijver was daarnaast de boosheid van de Dead Kennedys en The Exploited een belangrijke inspiratiebron. Bij de Ramones had ik in mijn puberteit overigens ook een soort broedergevoel, al stammen we dan niet uit dezelfde generatie. Al die glamrockers uit L.A. die met rondborstige dames poseerden, zeiden me helemaal niets, want die rondborstige dames kwamen niet naar Marco Roelofs toe en ook bezat hij geen rode Porsche. Wel droeg hij een leren jack en was hij tamelijk lelijk, net als de Ramones, die met drie hun akkoorden de wereld hadden veroverd.”
Sinds het vorige album slaan jullie bij een internationaal label onder contract. Hoezo zien zij brood in de Heideroosjes?
“Ons succes in Nederland en België betekent dat we op de een of andere manier bij jongeren de juiste snaar weten te raken, dat beseffen zij kennelijk ook wel. Kijk, punkrock is een vrij universele taal, waarmee je een bepaald gevoel uitdraagt. Als we ergens in Spanje optreden, merk ik in principe helemaal geen verschil met Nederland: het publiek ziet er min of meer hetzelfde uit en het gaat even heftig tekeer. Net als dat met hardrock het geval is, lopen er overal in Europa massa’s mensen rond dlie van punk houden. Die muziek komt op radio en tv nauwelijks aan bod, vandaar dat zich door de jaren heen over het hele vasteland een steeds professioneler wordend livecircuit voor dat soort bands heeft ontwikkeld. De afgelopen tweeënhalf jaar hebben we toch al gauw zo’n honderdvijftig keer over de grens opgetreden. Zelfs in Oostenrijk vind je een enorme punkscene. Verwacht je daar tussen de bergen Heidi en Peter tegen het lijf te lopen, duiken er ineens tien hanenkammen op.’’
Sta je er wel eens bij stil hoe lang de Heideroosjes kunnen doorgaan?
“Natuurlijk vraag ik me geregeld af of ik op mijn veertigste nog met paarse haren schreeuwend op een podium sta, maar daar denk ik nooit al te diep over na, want dat leidt onvermijdelijk tot een doemscenario. Je moet namelijk incalculeren dat het net zo snel weer voorbij kan zijn als het gekomen is. Alleen schiet je er niets mee op wanneer je daar voortdurend over zit te piekeren. Je moet gewoon blindelings door die driesteensmuur gaan en dat vooral ook durven om professioneel muzikant te mogen blijven. Ik maak in mijn hoofd altijd een planning van zo’n anderhalf jaar en dan zien we wel weer verder of er nog een vervolg in zit. Zo gauw de lol eraf is, stoppen we er in ieder geval mee, dat hebben we met elkaar afgesproken. Het is zo’n mooi jongensboek tot nu toe en zo onbezonnen moet het ook eindigen. Ik wil het absoluut niet laten doodbloeden door als een zielige achterhaalde oude man voor tien verstokte diehards te gaan staan brullen. Om met Neil Young te spreken: It’s better to burn out than to fade away.”