Chris Hillman - Oude vogel
“Waarom we hier spelen? Ik zou het eigenlijk niet weten. Vermoedelijk voor ons plezier.” Chris Hillman wekte niet bepaald de indruk alsof hij het er van aan het nemen was. Zo had hij van Amsterdam, die paar dagen dat hij er verbleef, bar weinig gezien. En de beide optredens in het hoofdstedelijke Paradiso en de Utrechtse Vrije Vloer deden nogal plichtmatig aan. De hondstrouwe aanhang toonde zich desondanks dik tevreden, vooral als er weer eens een oude favoriet ten gehore werd gebracht.
De nostalgische gevoelens werden nog aangewakkerd door de aanwezigheid van Bernie Leadon en Al Perkins, met wie Hillman ooit samenwerkte in de semi-legendarische groepen Dillard & Clark, The Flying Burrito Brothers, Stephen Stills’ Manassas en The Souther-Hillman-Furay Band. De twee medeveteranen verleenden ook hun medewerking aan het bluegrass-achtige Morning Sky van twee jaar terug en de kortelings verschenen countryrockplaat Desert Rose. Hoewel allebei verre van opzienbarend laten beide albums zuiver muzikaal nochtans niets te wensen over, waarmee Hillman zijn roemruchte verleden niet langer als een loden last met zich hoeft mee te torsen.
Des te onaangenamer de verrassing dat de bijna-veertiger zijn beruchte korzeligheid weer eens liet botvieren. Willigde hij het ad-hoc-verzoek om een interview zonder enige aarzeling in, goed en wel op de trap naast het podium van de Vrije Vloer tegenover hem gezeten, wenste hij het gros van de vragen zo beknopt mogelijk te beantwoorden. Zonder dat er ook maar enige reden toe was, gaf hij bovendien meteen al op resolute toon te kennen niet over vroeger te willen spreken. “Het verleden heeft voor mij afgedaan,” liet hij weten. “Alleen het heden doet er voor mij toe.”
Over zijn huidige activiteiten was Hillman niettemin al even kort van stof. “Ik maak muziek die prettig is om naar te luisteren en ook nog eens lekker om te spelen. En ik kan het goed met deze jongens vinden.” Sinds een jaar leidt hij een bluegrasscombo, dat naast Leadon en Perkins ook de uit The Bluegrass Cardinals afkomstige Bill Bryson herbergt. “We treden regelmatig, maar niet al te vaak op. Meestal doen we tourtjes van een week tot hooguit tien dagen. Verder maken we zo nu en dan een een gospelplaat. Ik hou me alleen nog maar bezig met dingen die ik echt leuk vind.” Tot die leuke dingen rekent hij ook zijn medewerking aan een begin volgend jaar op te nemen album van Roger McGuinn, ooit de drijvende kracht achter The Byrds, wiens optreden in Nederland enkele maanden geleden trouwens geen doorgang kon vinden vanwege een uit de hand gelopen ruzie met zijn begeleidingsgroep.
Over The Byrds gesproken: er zijn inmiddels ruim vijftien jaar verstreken sinds het verschijnen van Sweetheart Of The Rodeo, het album dat het countryrocktijdperk inluidde. Samen met Gram Parsons startte Chris Hillman kort daarop The Flying Burrito Brothers, die op hun klassieke debuut The Gilded Palace Of Sin met een volstrekt eigen geluid voor de dag kwamen. Thans lijkt het er sterk op alsof een jonge lichting het genre nieuw leven zal gaan inblazen. “Groepen als The Long Ryders en Rank And File? Praat me er niet van,” schampert Hillman. “Waardeloze teksten, slappe liedjes en daarbij kunnen ze niet eens fatsoenlijk spelen. Ze proberen hetzelfde te doen als de Burritos, maart het lijkt gewoon nergens op.”
De popmuziek heeft voor Hillman praktisch afgedaan. Niet voor niets bladerde hij vol afgrijzen de meegebrachte editie van Oor door, om uiteindelijk vol afgrijzen te wijzen naar een oud fotootje van de gewezen paljassen van Split Enz. “Moet dit het dan zijn? Kom nou toch!” Waarop hij bekende overigens best wel waardering te kunnen opbrengen voor Bruce Springsteen, The Police en The Pretenders. “Maar op de voet volgen doe ik het al lang niet meer. Daar ben ik gewoon te oud voor. Popmuziek zal ik van mijn levensdagen nooit meer maken. Ik ben weer terug bij het begin: bluegrass en country. Wat trouwens niet wil zeggen dat ik teer op oude glorie. Desert Rose is een verbeterde versie van Sweetheart Of The Rodeo.”
Verslechterd daarentegen is volgens Hillman de staat van Nederland. Amsterdam met name is in zijn ogen een Sin City, waar seks en drugs nota bene vrijelijk worden aangeboden. “Jullie land is al te liberaal geworden. Als jullie niet oppassen, gaat het regelrecht de ondergang tegemoet.” Zelfs de countrymuziek verhaalt tegenwoordig naar zijn mening te vaak van overspel. “Teksten over liegen en bedriegen zijn voor mij taboe. Het gezinsleven moet worden gepropageerd.” Hetgeen een kennis uit de muziekindustrie die Hillman in de jaren zeventig van nabij heeft mogen meemaken later die avond deed verzuchten: “En dan te bedenken dat hij van alle Burritos de grootste wipper en blower was.”