Hemelwaarts

November 2013

“Je ziet mensen weleens vechten tegen de tranen, Giel Beelen en Eric Corton zie je echt vechten voor de tranen,” meesmuilde Hans Teeuwen van de zomer in de promo voor zijn optreden in Zomergasten. Giel Beelen. Zucht. De gewezen shock jock, die zich begin deze eeuw gedurende een nachtuitzending op de radio liet pijpen door een callgirl en een jaar of vier later de stoeipoezerige Sugababes op Pinkpop aankondigde in zijn nakie. Giel gaat namelijk geen grens uit de weg, zo moeten we volgens zijn website weten. Neem nou die twee waterlanders die deze lente zo filmisch onder zijn bril vandaan kwamen biggelen tijdens de auditie van Maaike Ouboter in De Beste Singer-Songwriter Van Nederland – zo, hé. Ook medejurylid Eric Corton leek best wel ontroerd, zij het net niet tot tranen toe, maar wat die presentator annex radiomaker annex muzikant annex acteur annex schrijver in zijn hoedanigheid van ambassadeur van het Rode Kruis op reportage in Malawi al allemaal voor ellende heeft aanschouwd, puntje, puntje, puntje.

À propos, dat optreden hakte er bij de jury en de kijkers alleen maar zo hard in dankzij de voorkennis dat Maaike daar blakend en stralend over wijlen haar ouders stond te zingen. Want Dat Ik Je Mis is op zich echt niets meer dan een truttig liedje met een kreupeltekst. Mijn glimlach, mijn tranen, mijn liefde, mijn beleven. Het spijt me van alles,heet het. Kom, help me, bevrijd me en laat me los. Ik kan het alleen, maar houd me vast als het nodig is. Maar ja, het is uit het leven gegrepen, dus dan wordt het vanzelf aangrijpend, zeker als de dood ook nog eens in het spel is – ergo: een geboren uitvaarthit. En zo mocht Maaike een paar maanden na haar televisiedebuut bij het laatste afscheid van prins Friso in levenden lijve haar poesieliedje in de kerk komen voordragen. Zucht. Wat zou moeder Beatrix daar eigenlijk van hebben gevonden?

Kijk, verdriet en wanhoop moet je niet aanwakkeren, hooguit toelaten, zo heel af en toe, zonder iets of iemand – anders trek je de verlatenheid al helemaal niet. Breek me de bek niet open, ik rouw me nu alweer veertien maanden, twee weken en drie dagen een ongeluk. En nee, muziek geeft niks geen troost, mooi niet. Vergetelheid, ja, dat wel, als het tenminste allemaal een beetje meezit, en alleen voor zo lang als het duurt, maar toch. Laatst bijvoorbeeld dat jubileumconcert van Ane Brun, mijn zingende oogappel.

Tien jaar geleden verscheen haar eersteling, Spending Time With Morgan, vandaar dat ze onder begeleiding van het moderne jazzcombo Tonbruket en de angelieke singer-songwriter Nina Kinert deze herfst haar mooiste liedjes nog eens betoverender dan ooit overdeed. De laatste toegift was Undertow, het laatste lied van It All Starts With One, haar laatste album. Take me out to sea, away from you and me. Let me float, zong ze, beide armen met gespreide handen omhoog strekkend, gevangen in een lichtstraal van boven. Let me rise towards the sky. Let me take in this light. Let the shore disappear from sight. En dat in de Paradiso, die ontzielde kerk – het leek warempel Ane Tenhemelopneming. Ondertussen gebeurde er die regenachtige zaterdagavond rond tienen nog een klein wonder: haar lied werd opeens ook mijn lied.