Spoon - Voor onbepaalde tijd
De nieuwe Spoon moest haast wel tegenvallen. De vorige kon immers niet beter, zo scheen het, ook al klonk het overrompelende They Want My Soul na het meesterlijk minimalistische Transference dan misschien wat gewoner. Maar nee, Hot Thoughts blijkt ronduit verbluffend: avontuurlijk, op het experimentele af, sonisch even kunstig als ongepolijst, tegelijkertijd melodieus en groovy. Vijfendertig dagen vertoefden ze vorig jaar tussen februari en november in Cassadaga, een dorpje in het zuidoosten van de staat New York, waar de opnamen van hun negende album plaatsvonden in de studio van producer, technicus en mixer Dave Fridmann. Als weinig anderen durft de de stille kracht achter platen van onder anderen Mercury Rev, The Flaming Lips, Mogwai en Low met klank en geluid over de rooie te gaan, waarbij hij de muzikanten graag over hun eigen grenzen heen mag jagen. “Subtiliteit is onze vijand,” luidt zijn lijfspreuk. Voorman Britt Daniel en drummer Jim Eno, die Spoon alweer bijna een kwart eeuw geleden in Austin, Texas begonnen, hadden hem al lang op het oog. Voor They Want My Soul wisten ze hem eindelijk te strikken, maar pas met Hot Thoughts hadden ze alle tijd om van alles en nog wat uit te proberen. In de studio aan Tarbox Road lagen een stuk of wat cd’s, waaronder Lodger, het slotdeel van David Bowie’s Berlijnse trilogie. “Niemand heeft me door de jaren heen op zoveel ideeën gebracht als hij,” aldus Daniel. “Met Prince als goede tweede.”
Spoon vernoemde zich naar een single van Can, maar enige invloed van de krautrockers deed zich nooit echt gelden, ook niet toen er gaandeweg meer elektronica aan de muziek te pas kwam. Aanvankelijk legde de groep zich toe op harde, snelle rock. “De beste manier om in Austin optredens in de weekends te krijgen,” vertelt Daniel. “Met mijn eerdere bands stond ik op maandagavond in de plaatselijke metal bar voor anderhalve man en een paardenkop, wat niet alleen artistiek onbevredigend is, het brengt je bovendien geen stap verder. Vervolgens moest ik gaan nadenken hoe we die nummers ook op de plaat konden laten werken. Daar ligt sindsdien mijn focus op. Aan optreden beleef ik het meest directe plezier, maar het heeft voor mij toch minder betekenis dan een plaat maken. Albums bepalen nu eenmaal je plaats in de canon van de popmuziek.”
Spoon is het vehikel van Britt Daniel. Hij schrijft tenslotte het leeuwendeel van het repertoire en zijn karakteristieke gravelstem geeft de niet steeds even doorgrondelijke teksten vaak iets verontrustends mee. Directief is hij ook. Neem nou zijn behoorlijk gedetailleerde demo’s, die de andere muzikanten eigenlijk weinig speelruimte geven. “Daar ben ik enkele jaren terug van afgestapt,” reageert hij. “Tegenwoordig gebruik ik de iPhone, waarmee je op een gegeven moment niet verder kunt. Of ik neem een ouderwetse vier-sporen cassetterecorder. Het klinkt goed en daarbij is het wat fysieker, je moet knoppen indrukken enzo, dat vind ik leuk. Met ProTools zit je zó dagenlang te knutselen aan een nummer. Je raakt verstrikt in de eindeloze mogelijkheden. Juist de beperkingen voorkomen dat je je fixeert op details die er in dat stadium helemaal niet toe doen. Ik ben ook lang niet meer zo egogedreven als in mijn jongere jaren. Toen was ik er rotsvast van overtuigd dat iets per se zó moest worden uitgevoerd als ik het had uitgedacht. Nu ben ik veel beter in staat de suggesties van de anderen op waarde te schatten, waar ik ze vroeger vooral ervoer als een soort ondermijning van mijn positie.”
Op Hot Thoughts is een belangrijke rol weggelegd voor toetsenist Alex Fishell, die Daniel overhield aan zijn gelegenheidsgroep Divine Fits. Na de elf maanden durende tournee achter het moeizaam tot stand gekomen Transference moest hij nodig een paar jaar afstand nemen van Spoon. Sinds de doorstart opereert de band in de studio weer als een collectief, getuige ook de amicale sfeer tijdens het gesprek, waarbij hij zich laat seconderen door oudgediende Jim Eno en de beduidend jongere nieuwkomer. Bassist Rob Pope houdt zich ondertussen op zijn hotelkamer schuil. Toetsenist annex gitarist Eric Harvey hield het kort voor de opnamen van Hot Thoughts na tien jaar plots voor gezien, in zijn plaats staat nu op het podium de Texaanse Mexicaan Gerardo Larios. Spoon zal de rest van het jaar uitgebreid touren, met in de zomer zestien optredens in Europa, waar de band vooralsnog geldt als een goed bewaard geheim. “We staan op een stel festivals, wat behoorlijk goed betaalt, zodat we ook nog een aantal clubshows kunnen doen zonder dat we er geld op toe hoeven leggen,” vertelt Daniel. “In Europa houdt het voor ons tot op de dag vandaag niet over. De laatste keer in Hamburg speelden we in een voormalige nazibunker met werkelijk een van de goorste douches die ik ooit heb gezien. Ik heb er zelfs foto’s van gemaakt en naar mijn ouders gestuurd.”
Als elk beginnend Amerikaanse bandje vol Sturm und Drang moesten de rijpe twintigers van Spoon jarenlang behoorlijk afzien. Zeker tijdens de eerste tournees hadden ze geen cent te makken, waardoor ze vaak met z’n allen in één sjofele hotelkamer logeerden of bij vage bekenden op de vloer sliepen, wat vooral Jim Eno nogal eens opbrak vanwege zijn kattenallergie. “We overnachtten eens bij iemand in New York bij wie de douche in de keuken stond. In de slaapkamer lag ik op de grond met een handdoek over mijn gezicht. Toen ik me omdraaide zag ik onder het bed één groot stofnest.” Met hun vierde album Girls Can Tell begon het na zes jaar dan alsnog aardig te lopen. “Ons eerste substantiële succes,” noemt Britt Daniel het. “Waarmee ik bedoel dat de familie meekreeg dat we inmiddels een zekere bekendheid genoten.” Met de opvolger Gimme Fiction verdienden ze vanaf het midden van de jaren nul ook een bescheiden inkomen. “Eindelijk kon ik het me veroorloven te verhuizen naar Portland, dat ik gelijk al bij de eerste kennismaking een geweldige stad vond. In Austin woonde ik in een piepklein appartement en van die Texaanse hitte werd ik echt gek.”
Sindsdien gaat het crescendo met Spoon. Ga Ga Ga Ga Ga, Transference en They Want My Soul haalden in Amerika zowaar de top tien, zij het dat als gevolg van de kelderende platenmarkt de verkoop onvermijdelijk is gedaald, wat dan weer wordt gecompenseerd door de extra revenuen uit de nummers die worden gebruikt in populaire series als Dr. House en Shameless. “En we blijven volle zalen trekken,” voegt Daniel er lichtelijk opgelucht aan toe. Want het woord carrièreplanning mag dan niet over zijn lippen komen, nu hij in de tweede helft van de veertig zit zal hij vast af en toe aan de wat verder gelegen toekomst moeten denken. “Toen we met Spoon begonnen, kon ik niet vermoeden dat we ruim twintig jaar later nog steeds zouden bestaan. Eerlijk gezegd had ik er aanvankelijk helemaal geen hoge verwachtingen van. Ik vond ons allesbehalve een buitengewoon combo. Pas op het moment dat ons eerste album uitkwam, koesterde ik stiekem de hoop dat ik dit misschien wel voor onbepaalde tijd kon doen. We hebben al die jaren continu kleine stapjes vooruit gezet, zowel zakelijk als muzikaal. Maar eigenlijk heb ik nooit iets anders gewild dan voor de rest van mijn leven platen maken, waarbij het eindresultaat vooral mijzelf keer op keer moet verrassen. Je wilt jezelf tenslotte blijven ontwikkelen. Als je je niet meer vernieuwt, houdt het voor mij op.”