The xx - Een konijn in de koplampen
Het pakje stroopwafels staat amper op tafel of ze tasten gretig toe. Nee, honderd procent volwassen lijken ze nog niet. Frisse jongelui, zijn het, heldere blik in de ogen, welgemanierd, op het verlegene af. Geen spoor van branie in ieder geval, zoals veelal eigen aan Britse popmuzikanten die zich mogen laven aan het grote succes. Goed haar, dat dan weer wel, en van top tot teen in casual chic black. Want gevoel voor stijl hebben ze, dat viel meteen al af te horen aan hun dromerige muziek.
Ze, dat zijn Romy Madley Croft (23), zang en gitaar, en Oliver Sim (24), zang en bas, tweederde van The xx. Jamie Smith (23), beats en samples, legt in zijn hoedanigheid van producer ondertussen de laatste hand aan hun tweede album. “Wat details die behalve ons waarschijnlijk geen mens zullen opvallen. Maar je wilt nu eenmaal geen spijt krijgen omdat je bepaalde dingetjes hebt laten zitten.” Coexist zal pas over een week of zes op de markt komen, maar het trio speelt zich met een kleinschalige Europese tournee alvast in voor de grote zomerfestivals. Tussen de optredens door vliegt de een terug naar Londen om de puntjes op de i te zetten, terwijl de twee anderen de pers te woord staan.
Ergens in oktober zijn ze begonnen en tot eind mei hebben ze gedrieën zitten knutselen in hun eigen studio. “Nou ja, het is eigenlijk een kleine verdieping, zo’n tien minuten van waar we wonen. Veel méér dan een kamer met apparatuur is het eerlijk gezegd niet. Het is allemaal erg bescheiden.” Optredens en interviews geven nog voordat er een voltooid album ligt, kan maar één ding betekenen: ze hebben hun deadline fors overschreden. Of niet soms? “Nee hoor, we wilden er gewoon zo lang mogelijk aan blijven werken. We zijn daar erg fanatiek in. We willen iets maken waar we trots op kunnen zijn, dus gaan we net zo lang door tot we er zelf tevreden over zijn. Gelukkig hebben ze bij ons platenlabel alle geduld. De enigen die ons onder druk zetten, zijn wijzelf.”
*******
Hoe de muziek van The xx te omschrijven? “Toevallig vroeg een tante dat laatst op een familiefeestje ook,” vertelt Oliver, die praktisch om beurten met Romy het woord neemt. “Toen heb ik geantwoord: popmuziek. Want die term zegt helemaal niets, je kunt er alle kanten mee op. Het is een leeg begrip.” Goed, laten we het dan houden op een mix van pop, electro en new wave. Met als sleutelwoorden: minimalistisch, atmosferisch, ingetogen en fijnzinnig. En als referentiepunt: Young Marble Giants, het semi-legendarische postpunktrio uit Wales, wiens eerste en enige album Colossal Youth uit 1980 gerust zonder weerga mag heten. “Hadden we werkelijk waar nog nooit van gehoord, laat staan dat we hun muziek kenden. We zijn op onderzoek uitgegaan en inderdaad: er is sprake van een bepaalde gelijkenis. Hetzelfde verhaal trouwens met de Cocteau Twins. Wat een fantastische muziek is dat toch.”
The xx zijn eigenlijk een soort doe-het-zelvers. Als een ingewikkeld liedje van iemand anders naspelen gewoon niet lukt, kom je tenslotte al gauw uit op iets dat letterlijk nergens op lijkt. Zo klonk hun versie van de aloude Wham!-kraker Wake Me Up Before You Go-Go volgens eigen zeggen ‘nogal duister’. Wat natuurlijk absoluut niets hoeft af te doen aan het creativieve talent. Niet voor niets wist debuut xx in de nazomer van 2009 gelijk te betoveren, sterker nog: de verzamelde Nederlandse smaakmakers verkozen het prompt tot album van het jaar. En niet voor niets ook doken op allerlei Engelse en Amerikaanse televisiezenders diverse liedjes op in de meest uiteenlopende programma’s, shows, series en commercials, terwijl de popbewuste modekoning Karl Lagerfeld de gestileerde muziek van The xx gebruikte tijdens de presentatie van zijn herfst- en wintercollectie.
Op lentetournee door de Verenigde Staten bleef in Groot-Brittannië de verkoop ondertussen gestaag doorlopen, maar het album viel ternauwernood nog aan te slepen toen The xx die herfst de Mercury Prize won: binnen luttele dagen vlogen er liefst veertigduizend stuks de winkel uit. In Nederland staat de teller inmiddels ver over de vijftienduizend, inclusief ruim drieduizend vinylexemplaren, zeker in deze tijd een onwaarschijnlijke hoeveelheid voor zo’n allesbehalve alledaags album. Enfin, het hele jaar 2010 tourde het drietal stug door, daarbij voor Engelse begrippen een opmerkelijke braafheid aan de dag leggend. “Als je een keertje flink doorzakt, slaat dat onherroepelijk op je stem, iets wat je natuurlijk niet kunt hebben als je de volgende avond weer moet optreden. Niet dat we geen plezier hebben beleefd, hoor, daar hoef je heus niet voor uit de band te springen.”
*******
“Ronduit fantastisch,” noemen ze die achttien maanden een jaar na dato. Het was herinneringen voor het leven verzamelen. Wat ze nou het absolute hoogtepunt vonden? “Eh, wat ik nu ga zeggen, klinkt behoorlijk cheesy,” aldus Oliver voorzichtigjes, een waarschuwing waar Romy van de weeromstuit even om moet giechelen. “Een platenzaak binnenlopen en daar voor het eerst onze cd zien liggen, geseald en wel met een prijsstickertje erop. Toen werd de droom voor mij pas echt werkelijkheid.” En hun ouders zo trots als een pauw zeker? “Nou en of. Het mooiste van alles vonden ze nog wel dat ze mee mochten toen we voor het eerst bij Jools Holland kwamen, want van Later… hebben ze volgens mij nog nooit een aflevering gemist.” Misschien ook wel aardig om te weten: moeder Sim sleepte de beide kids tot tweemaal toe naar een concert van The White Stripes.
Geloof het of niet: al in de zandbak speelden ze samen. “Ik kan me de tijd niet herinneren dat Oliver nog geen deel uitmaakte van mijn geheugen,” zegt Romy ernstig. Op hun vijftiende gingen ze op haar kamer met muziek aan de slag. “Tijdens de vakantie, ik zal het nooit vergeten. We verveelden ons te pletter.” Als leermeesters fungeerden saillant genoeg The Kills, op zich zeker niet het eerste het beste garagerockduo. “Ook een jongen en een meisje die allebei zongen en geen drummer hadden. Muzikaal waren ze geen voorbeeld, wel hoe ze het aanpakten. Zo kwamen we op het idee om met een simpel programma op de computer beats te gaan maken. Met een achtsporenrecorder hebben we zo goed en zo kwaad als dat ging onze eerste liedjes opgenomen.”
De twee zingen bijna altijd om de beurt of anders wel samen. Zo schrijven ze ook hun teksten: de een mailt een couplet, waarna de ander er een couplet aan toevoegt, waarop de een er weer een couplet bij verzint, en zo verder. Pas als een tekst helemaal af is, kunnen ze aan de muziek beginnen. Voor Coexist hebben ze nu voor het eerst een paar keer in elkaars aanwezigheid zitten werken. Over de betekenis van elkaars schrijfsels wisselen ze geen woord. En waarom ook? Wat valt er verder te begrijpen als je elkaar zo goed aanvoelt? Het onderwerp laat zich trouwens niet moeilijk raden: liefde. Ging het op xx nog uitsluitend over verliefdheid en wat daar zoal mee samenhangt, de opvolger bestrijkt een breder spectrum. “Verloren liefde bijvoorbeeld,” zegt Oliver. “En vriendschappelijke liefde, zoals tussen Romy en mij.”
*******
Een stel liedjes op Myspace plaatsen en links en rechts wat rondmailen, zo kwamen ze in het begin aan hun optredens. Om het geluid de nodige body te geven, haalden ze er schoolvriendinnetje Baria Qureshi als extra gitariste bij. Korte tijd later vroegen ze Jamie, die ze al sinds hun elfde kenden, om te komen drummen, maar die wilde alleen meedoen als hij met zijn sampler de klanktovenaar mocht uithangen. “Aanvankelijk speelden we in pubs en bars. Soms was het er verschrikkelijk rumoerig, dan weer was de zaak uitgestorven. Af en toe stonden op we ook op clubavonden, waar we op zaterdag rond middernacht op moesten. Niet wat je noemt ideale omstandigheden, maar zo leerden we wel het klappen van de zweep kennen.”
Van het een kwam en het ander. De ene dag sjouwden ze nog met hun versterkertjes en gitaren op een trolly door de Londense metro, de volgende week trokken ze in een bestelbusje door Engeland als het voorprogramma van soortgenoten als The Big Pink en Michacu. Een paar maanden na het verschijnen van xx hield Baria het noodgedwongen voor gezien. Uitputting, volgens de een. Onenigheid, aldus de ander. “De waarheid is: we pasten gewoon niet bij elkaar, maar dat ontdekten we pas na verloop van tijd,” zegt Romy stilletjes. “Als je zestien uur per dag op elkaars lip zit, moet je je wel met z’n allen op je gemak voelen. En dat bleek niet het geval. We vonden het allemaal even naar.”
Ja, het is hard gegaan met The xx, merkten ze toen het eindelijk wat rustiger werd. “Ik voelde me net een konijn in de koplampen,” liet Oliver zich op televisie ontvallen vlak na de uitreiking van de Mercury Prize. “Alles was nieuw, alles was overweldigend,” zegt hij nu, knabbelend aan een stroopwafel. Waar nog bijkomt dat je als succesvol popmuzikant in een een soort parallel universum leeft, nietwaar? “Heel beschermd ook.” Want wat wisten ze nou helemaal af van de grotemensenwereld? “Romy en ik woonden allebei nog thuis. Wat wel zo makkelijk was, als ik heel eerlijk ben. Eind 2010 waren we uitgetourd en konden we er niet langer onderuit: we moesten op eigen benen leren staan.”