Racoon - Een nieuwe toekomst
Alsof het hele fenomeen downloaden niet bestaat, haalde het onlangs verschenen Before You Leave van Racoon in de voorverkoop al goud. En dan te bedenken dat het Zeeuwse viertal met zijn even gepassioneerde als ambachtelijke popliedjes amper drie jaar terug nog een zieltogend bestaan leidde. Bassist Stefan de Kroon (40) over het reilen en zeilen van zijn band, die verder bestaat uit zanger Bart van der Weide, gitarist Dennis Huige en drummer Paul Bukkens: “Ik had geen flauw idee hoeveel je nou eigenlijk verdient met een platina plaat.”
Alle tekst en muziek staan op naam van Racoon. Wat houdt dat precies in?
“Dat alle auteursgelden door vieren worden gedeeld, ongeacht of iemand aan een liedje heeft meegeschreven. Zo hebben we het helemaal in het begin afgesproken. In de praktijk dragen Dennis en Bart de meeste nummers aan en ik lever er voor elk album meestal een stuk of drie. En ditmaal heeft zelfs Paul zijn inbreng: de riff van de eerste single komt van hem. De teksten zijn helemaal Bart zijn ding. Op die vier platen staan hooguit drie zinnen van mij en eentje van Dennis. Het schrijfproces is door de jaren heen overigens wel veranderd, want aanvankelijk werkten we nog heel veel dingen gezamenlijk in de oefenruimte uit. Maar dat we alle opbrengsten gelijk verdelen, is nooit een punt van discussie geweest. Iedereen zet zich per slot van rekening even hard voor de band in. Plus dat je op die manier ook geen scheve gezichten krijgt.”
Sinds wanneer konden jullie rondkomen van de muziek?
“Onze debuutplaat Till Monkeys Fly verscheen begin 2000, waarbij vooral de single Feel Like Flying ons behoorlijk wat bekendheid bezorgde. Tegen het eind van dat jaar konden we net leven van de band, dus toen ben ik opgehouden met dat losvaste werken en de anderen hebben er hun studie aan gegeven. Het eerste seizoen hebben we wel 45 festivals gedraaid en in het najaar zowat alle clubs in Nederland, wat in totaal neerkwam op zo’n 140 optredens. We speelden in die tijd werkelijk overal. Onze muziek sloeg eigenlijk meteen aan. Racoon is een liedjesband, waardoor we van meet af aan best vaak op de radio te horen waren, al hebben we anders dan veel mensen denken in die periode nooit een hit gescoord. Van ons eerste album zijn er destijds rond de twintigduizend verkocht. De opvolger Here We Go, Stereo!, die in de herfst van 2001 verscheen, liep minder lekker, maar met een flinke push van de platenmaatschappij was dat waarschijnlijk wel goed gekomen. In plaats daarvan werden we de zomer daarop als gevolg van een reorganisatie op straat gezet. Vrijwel tegelijkertijd overkwam Ilse DeLange en Krezip elders precies hetzelfde.”
De band verdween toen van het toneel. Hadden jullie dan niet genoeg naamsbekendheid om te kunnen blijven optreden?
“Voor ons gevoel hadden we even geen toekomst. We stonden er helemaal alleen voor. Het was geen optie om met dat tweede album zelf verder aan de slag te gaan, want een promotiecampagne of een videoclip voor een nieuwe single konden we toch niet financieren. En sowieso wilden we liever alles op alles zetten voor een derde plaat. We hebben de geboekte shows afgewerkt en vervolgens een akoestisch kroegentoertje gedaan, terwijl we ondertussen hard aan nieuwe liedjes schreven. Met het spaargeld hebben we het een paar maanden kunnen uitzingen, daarna moesten we allemaal een baantje gaan zoeken. Samen met Bart ben ik anderhalf jaar vuilnisman geweest en in de periode werden we best nog wel gevraagd om te komen optreden, wat iedere keer toch weer een paar honderd euro in de portemonnee betekende. Uiteindelijk bleek het ons niet te lukken om het album helemaal zelf te kunnen bekostigen, maar mijn vader en die van Dennis plus twee van onze vrienden hebben ons toen in totaal twintigduizend euro willen lenen. Binnen een half jaar na het verschijnen van Another Day hadden we alles al terugbetaald en inmiddels zijn er bijna honderdveertigduizend stuks van verkocht. Van zoiets durf je niet eens te dromen.”
Another Day is ook in Amerika uitgebracht. Had dat veel voeten in de aarde?
“De mogelijkheid deed zich voor, mede dankzij het feit dat iemand van ons management sinds drie jaar vanuit Los Angeles werkt, maar zonder hulp van Nederlandse subsidiegevers hadden we die release nooit kunnen verwezenlijken. We hebben er speciaal een eigen labeltje voor opgericht, dat gedistribueerd wordt door een van de grotere onafhankelijke platenmaatschappijen, waar we in een eerder stadium mee in gesprek zijn geweest. Voor de promotie hebben we externe krachten in de hand genomen, die het veld daar goed schijnen te kennen. Hoge verwachtingen hebben we er eerlijk gezegd niet van, al zijn we op zich wel een band die in Amerika op de radio kan. Maar je moet ook bereid zijn om veel te touren, wat het voor ons meteen lastig maakt, want we hebben allemaal een gezin, dus je gaat daar niet zo gauw voor een jaar naar toe.”
Jullie hebben een kleine maand met The Lemonheads door Amerika getourd. Was dat afzien geblazen?
“Nee hoor, dat was prima te doen. Die Evan Dando heeft daar nog een behoorlijke aanhang, waardoor we niet alleen de zogenoemde key cities aandeden, maar ook in de gerenommeerdere clubs stonden. De capaciteit varieerde van een paar honderd tot over de duizend man. Het was wel grappig om te ontdekken dat een legendarische tent als de Troubadour in Los Angeles een oud rock ’n’ roll-hol is, terwijl de Trocadero in Philadelphia een heel mooi oud theater bleek. In St. Louis speelden we dan weer in een casino, wat nogal een bizarre ervaring was. Als voorprogramma heb je in Amerika meestal geen beschikking over een eigen kleedkamer, maar we hadden de mazzel dat we het goed konden vinden met Evan en die twee oude punkrotten van de Descendents die hem begeleidden, zodat we er al gauw bij mochten komen zitten. En dankzij die subsidies konden we het ons net permitteren twee motelkamers in de buurt van de club te nemen. Wel moesten we elke avond spelen en dat betekende korte nachten en lange ritten. Maar ook al was het een aanslag op het fysieke gestel, ik vond het super om met z’n vijven in een Ford Transit dwars door de Verenigde Staten te trekken.”
Is hier in Nederland de toekomst van Racoon inmiddels definitief veiliggesteld, denk je?
“Nou, we hebben nog lang niet de bestaanszekerheid van bijvoorbeeld Bløf. Die band is een echt bedrijf met diverse mensen in vaste dienst, terwijl wij met allemaal freelancers werken. Racoon is alleen voor ons vieren de enige bron van inkomsten. Met Another Day hebben we in ieder geval al het fundament voor een langdurige carrière gelegd. Nu moeten we met Before You Leave aan het bouwen slaan, maar voordat het huis eenmaal af is, zijn we zeker nog een album verder. Op zich heb ik er best wel vertrouwen in. Ik lig absoluut niet wakker van de toekomst.”