Natalie Merchant - De verloren onschuld
Buiten schommelt de temperatuur rond het vriespunt, binnen loeit de verwarming op Amerikaanse kracht. In de lounge zit Natalie Merchant ‒ gerokt, panties en pumps ‒ behaaglijk op de bank voor het haardvuur. Geen denken aan dat ze vandaag een voet buiten de schuifdeur van dit Amsterdamse hotel zet ‒ je bent een koukleum of je bent het niet. Boven op haar kamer heerst al net zo’n hersenverwekende temperatuur. Trots laat ze de dummy zien van de luxe-editie van Leave Your Sleep: een kleine stevige cassette met voorop een klassiek zwart-witportret van de zangeres, waarin een gebonden boekje met als omslagafbeelding de ruggen van een serie poëziebundels.
Naast dat hebbeding van een dubbelalbum ligt er een enkelvoudige versie in een breed uitklapbare digipack met pakweg de helft van de welgeteld zesentwintig liedjes. Stuk voor stuk zijn het door haar op muziek gezette gedichten over de kindertijd, veelal geschreven door zowel beroemde als obscure Britten uit het Victoriaanse tijdperk en Amerikanen uit het begin en het midden van de twintigste eeuw. Liefst honderddertig muzikanten van diverse pluimage kwamen er te pas aan de uitvoering van dit zeldzaam eclectische magnum opus. Waarom dan als maakster valse bescheidenheid veinzen? “Het is een monumentale prestatie, al zeg ik het zelf.”
Jarenlang moest ze in stilte haar kinderwens koesteren, maar uiteindelijk kwam de man met wie ze een gezin wilde stichten dan toch in haar leven ‒ en zo werd Natalie Merchant op haar veertigste alsnog moeder. Haar carrière kwam gelijk tot nader order op non-actief te staan, zij het dat de muziek haar niet losliet. “Na de baby kreeg ik de wens om een iets moois voor haar te maken: een plaat met slaapliedjes. Ik vond er alleen de ruimte niet voor, zozeer werd ik door haar in beslag genomen. Die eerste paar jaar met haar waren voor mij zo besloten, zo rustig, zo intiem, zo dierbaar. Toen wilde die ervaring voor haar in muziek vervatten, als een soort babyboek voor later. Wanneer zij sliep, schreef ik liedteksten. Ik schreef en ik schreef en ondertussen groeide zij maar door: ze begon te praten, ze leerde kinderliedjes zingen en vingerverven en wat al niet meer. Op haar vierde had ze al een vaag bewustzijn van de volwassen wereld ontwikkeld. Ze begon me bijvoorbeeld naar de dood te vragen. Steeds vaker zag ik haar glimpen van de harde werkelijkheid opvangen. Ik las haar gedichten voor van volwassenen over de kindertijd, waar ze helemaal in kon opgaan. Zo ontstond het idee om bestaande poëzie op muziek van mijzelf te zetten voor een album over onschuld en ervaring.”
Saillant genoeg was Merchant eigenlijk helemaal niet zo’n poëzieliefhebster. Gretig lezen deed ze wel, maar vooral om zich informeren. En wilde ze ter afwisseling iets puur voor haar plezier, dan sloeg ze bij voorkeur een lekker dikke roman open. “Wanneer je bekendstaat als de Emily Dickinson van de popmuziek, ziet men je al gauw in een wei onder een boom zitten met de neus in een gedichtenbundel,” zegt Merchant zonder een spoor van ironie. “Mijn verhouding tot poëzie was in zekere zin gefrustreerd tot ik een jaar of zeven voor zijn dood Allen Ginsberg leerde kennen. Hij huldigde het principe dat je een gedicht altijd hardop moet lezen. Op zich valt daar natuurlijk sowieso veel voor te zeggen, want in vroeger tijden bestond tenslotte de orale traditie van de epische dichtkunst, net zoals er eeuwenlang sprake was van een hechte band tussen poëzie en muziek.”
Natalie Merchant startte het werk aan Leave Your Sleep met het systematisch doornemen van het rijtje bloemlezingen in haar eigen boekenkast. Wist een dichter haar te bekoren, dan leende of bestelde ze het complete oeuvre. “Tot mijn grote spijt bleek praktisch alle poëzie vanaf het midden van de twintigste eeuw niet geschikt om redenen van structuur, metrum, rijmschema en dergelijke zaken, want de originele tekst moest immers zo goed als onaangetast blijven. Bij vijftig liedjes besloot ik er tegen wil en dank een punt achter te zetten, terwijl ik op aanraden van mijn platenfirma het plan voor een trilogie liet varen.”
Overigens betaalde Merchant alle productiekosten uit eigen zak, wat behoorlijk in de papieren moet zijn gelopen gezien de hoeveelheid opnamesessies en de stoet aan muzikanten en vocalisten. Het eindresultaat klinkt ronduit fenomenaal, zij het ook op het amechtige af ‒ een ongehoorde mix van bluegrass, cajun, jazz, soul, gospel, reggae, folk, klezmer, klassiek en nog zo het een ander. “Voor ieder liedje zocht ik een klankbeeld dat een bepaalde tijd en plaats moest oproepen. Het ging er mij om de luisteraar ergens naar toe te vervoeren ‒ en dat is ons, denk ik, goed gelukt,” aldus Merchant. “De uitvoering vergde de nodige creativiteit van mij, want de keuze aan stijlen, stemmen en instrumenten is schier onbeperkt. Neem alleen al de viool: modaliteit, timbre en aanslag kunnen per genre als dag en nacht van elkaar verschillen. En de klarinet is een verbazingwekkend veelzijdig instrument, waarmee zich bijvoorbeeld allerlei dieren laten verklanken. Prachtig vond ik ook om te ontdekken hoe de meest onwaarschijnlijke combinaties toch blijken te werken, zoals de bejaarde mannenstemmen van The Fairfield Four naast de meisjesachtige samenzang van The Ditty Bops. Achteraf gezien was het eigenlijk ook een community-achtig project, dat ik persoonlijk heb beleefd als één groot feest.”
De naam Natalie Merchant (46) zal wel voor eeuwig en altijd verbonden blijven met 10,000 Maniacs. Met haar sfinxachtige uitstraling verleende ze als zangeres en tekstdichteres een zekere meerwaarde aan de in wezen toch wat brave folkrock van de vriendenclub uit Jamestown, een stadje in het zuidwesten van de staat New York. Opgericht in de vroege jaren tachtig maakten ze vijf studioplaten, die in de Verenigde Staten minimaal goud haalden. In My Tribe en Our Time In Eden gelden als de onbetwiste meesterwerken, terwijl het postuum verschenen MTV Unplugged kan fungeren als alternatieve compilatie.
“De Maniacs was een fantastische leerschool, temeer omdat we in de begintijd echt alles zelf deden. Daarbij waren de anderen zes tot twaalf jaar ouder, dus vanaf het moment dat ik als zeventienjarig schoolmeisje bij de groep kwam, wist ik mij terdege beschermd,” vertelt Merchant. “Toen ik op mijn dertigste op eigen kracht verder wilde, wist ik hoe het opnameproces in zijn werk gaat en hoe je zakelijk moet navigeren om je artistieke vrijheid te bewaren. Met zo’n opvoeding mag je gerust van geluk spreken.”
Merchant belandde bij de 10,000 Maniacs via een optreden op een open podium. Zingen ging haar naar eigen zeggen best aardig af, al had ze liever echt goed kunnen schilderen. Dromen over een carrière in de muziek deed ze in ieder geval niet, terwijl haar alleenstaande moeder in die branche al helemaal geen toekomst voor haar dochter zag. “De Maniacs hadden inmiddels een album uit bij een gevestigde platenfirma en waren zelfs al op de nationale televisie te zien geweest, maar ik kon me nog steeds geen eigen appartement veroorloven. Mijn moeder stelde me voor de keus: een baantje bij de supermarkt nemen of een studie gaan volgen en anders subiet het huis uit. Voor haar gemoedsrust en de lieve vrede heb ik nog een kleine twee jaar op de universiteit gezeten. Het eind van het liedje was natuurlijk dat ik haar financiële zekerheid werd, wat ik eerlijk gezegd tot op de van vandaag buitengewoon grappig vind.”
Vijftien jaar geleden alweer maakte Natalie Merchant haar solodebuut met het prachtige Tigerlily, waarvan tot ieders verbazing liefst vier miljoen exemplaren over de toonbank gingen. Na het al te pretentieuze opvolger Ophelia volgden de beurtelings in blues en folk gewortelde albums Motherland en The House Carpenter’s Daughter, waarop ze met een diepere stem beduidend aardser en donkerder klonk. Tussen de bedrijven door bleef ze zich met woord, daad en geld inzetten voor zaken als mensenrechten, dierenbescherming, ontwikkelingshulp en milieubewustzijn. En onlangs werd ze benoemd als lid van de prestigieuze Raad voor de Kunsten van de staat New York. Al met al mag Merchant dus gevestigd heten, ook als privépersoon, zij het niet in letterlijke zin ‒ officieel woont ze samen met haar Spaanse echtgenoot en hun dochtertje in Upstate New York, maar een groot deel van het jaar vertoeft het gezin in Andalusië, Hawaii en Kyoto.
“Ik voel me pas genesteld sinds ik moeder ben,” zegt Merchant. “Bovendien hou ik er nu een evenwichtiger leefpatroon op na. Een kind moet immers op gezette tijden eten en slapen, iets waar ik me voor haar geboorte niets aan gelegen liet liggen. Vroeger bleef ik meestal tot een uur vier op. Dagenlang kon ik acht tot twaalf uur zielsgelukkig achter de piano zitten. Om een fatsoenlijke maaltijd gaf ik niet ‒ ik at af en toe wel een banaan bij het aanrecht als ik stond te wachten tot het water kookte. Wanneer mijn echtgenoot met ons dochtertje een paar weken bij zijn famile in Spanje verblijft, val ik binnen de kortste keren weer terug in dat onregelmatige leventje. Normaal gesproken kruip ik er ver voor middernacht in om dan rond een uur of drie op te staan, zodat ik rustig kan werken tot zij wakker wordt. Acht uur slaap per nacht staat voor mij gelijk aan een coma. Vanaf mijn achttiende lijd ik al aan slapeloosheid en ik zal er waarschijnlijk de rest van mijn leven last van blijven houden ‒ daar heb ik me inmiddels wel bij neergelegd.”