Melissa Etheridge - Grote schoonmaak
Het gaf toch wel even een schok om haar zo plotseling met een kaal hoofd en een licht pafferig gezicht te zien. En tegelijkertijd was het juist daardoor adembenemend om te horen hoe ze zich als vanouds de longen uit het lijf zong in de Janis Joplin-klassieker Piece Of My Heart. Zelden lagen kwetsbaarheid en levenskracht zo dicht bij elkaar als tijdens dat korte optreden van Melissa Etheridge tijdens de gala-avond van de Grammy Awards, nu alweer een vol jaar geleden.
“Ik zat toen nog midden in mijn chemotherapie, maar ik voelde me goed en sterk,” vertelt de zangeres ’s ochtends vroeg aan de telefoon vanuit het verre Californië. “Als je te horen krijgt dat je borstkanker hebt, stort je hele wereld in elkaar. En zeker in de muziekwereld hebben ze dan de neiging om je meteen af te schrijven. Dus ik wilde laten weten dat ik me er niet onder had laten krijgen. Ik was kankervrij, ik was al aardig herstellende en ik was er vast van overtuigd dat ik het aankon, net zoals ik zeker wist dat ik ontzettend de smoor in zou hebben als iemand anders Piece Of My Heart zou zingen. Janis Joplin kreeg de Life Time Achievement Grammy Award en verdomme, ik moest en zou van de partij zijn. En geen kale kop die mij daarvan kon weerhouden.”
Een jaar of elf moet Melissa Etheridge geweest zijn toen ze thuis in Leavenworth, Kansas op de televisie voor het eerst werd geconfronteerd met het lelijke eendje uit Port Arthur, Texas, dat zich na haar verhuizing naar de hippiehoofdstad San Francisco had ontpopt als een blanke blueszangeres zonder weerga. “Ik vond haar ronduit angstaanjagend, zo hard schreeuwde ze en zo woest ging ze tekeer. Tien jaar later in Zuid-Californië kreeg ik een vriendin die helemaal weg van haar was en binnen de kortste keren was ook ik in haar ban. Zij werd echt een voorbeeld voor mij. Ik heb haar werk noot voor noot bestudeerd. Zij en Bruce Springsteen waren mijn leermeesters.”
Kort voor haar overlijden als gevolg van een overdosis heroïne liet Janis Joplin zich met de onafscheidelijke heupfles Southern Comfort in de hand in een kleedkamer tegenover een verslaggever ontvallen: “Op het podium neuk ik met een paar duizend mensen. Na afloop ga ik terug naar mijn hotelkamer – alleen.” Overbodig te vragen of Melissa Etheridge die legendarische woorden misschien kent, maar kan ze zich er toevallig ook iets bij voorstellen? “Absoluut,” reageert ze toch wel enigszins onverwachts. “In mijn vorige relatie heb ik hetzelfde ervaren. Het was halverwege de jaren negentig en ik stond op het toppunt van mijn roem. Ik trad op in gigantische stadions, waar ik weet niet hoeveel fans mijn naam scandeerden, terwijl ik me diep van binnen doodongelukkig voelde. Vandaar dat ik er een aantal jaren later een punt achter gezet heb, want wie wil er nou eindigen als Janis Joplin?”
Melissa Etheridge is weer terug in de race. Inmiddels bijna halverwege de veertig oogt ze met haar blonde rattenkopje haast meisjesachtig, al is er onmiskenbaar iets ouwelijks in haar gelaatstrekken geslopen. Zo gedraagt ze zich nu ook ietwat parmantiger dan ze zich eigenlijk voelt, althans die indruk wekt ze tijdens het interview op de dvd bij de luxe-editie van de onlangs verschenen Greatest Hits: The Road Less Traveled. Die rare ondertitel verwijst naar het feit dat ze voor de selectie van die compilatie al haar acht albums integraal heeft moeten doorluisteren, iets wat ze nog nooit eerder had gedaan. En dat Greatest Hits dienen we volgens haar beter met een korreltje zout te nemen, want haar toptwintigsingles zijn tenslotte op de vingers van één hand te tellen. De hoogste positie bereikte ze alweer dertien jaar terug in Nederland met een zinderende live-uitvoering van Like The Way I Do, waarvan de studioversie te vinden is op haar titelloze debuut. Later dat jaar zou ze in Amerika doorbreken met Yes I Am, haar vierde album dat in totaal liefst acht miljoen keer over de toonbank zou gaan. Hét moment voor haar om eindelijk uit de kast te komen.
Het onbetwiste prijsnummer van Melissa Etheridge is en blijft toch het in Amerika nooit op single verschenen You Can Sleep While I Drive, een road song vol romantisch verlangen in de beste traditie van Bruce Springsteen. “Die reis dwars door het zuiden is in het liedje nog slechts een voornemen, maar ik ben wel degelijk ooit samen met mijn toenmalige vriendin van Los Angeles via Tucson, Santa Fe, Texas, New Orleans en Nashville naar New York gereden. Het was mijn allereerste tourtje, dat ik helemaal zelf had opgezet, omdat ik na vijf jaar ook wel eens buiten Long Beach wilde optreden. Ik heb het nummer trouwens in Engeland geschreven tijdens mijn eerste Europese tournee. Zes weken lang ben ik toen van huis geweest en ik verging van de heimwee.”
Anders dan de meeste popmuzikanten blijkt Melissa Etheridge juist in de tourbus of op de hotelkamer de tijd en de rust te vinden om aan nieuw repertoire te werken. “In de regel word ik om tien uur ’s ochtends wakker en dan heb ik meestal tot vier uur ’s middags geen verplichtingen. In New York, Londen of Amsterdam ga ik vaak winkelen of naar een museum, maar in van die doorsnee-steden als Cleveland, Ohio heb ik die neiging zelden of nooit. En als ik niets beters te doen heb, begin ik me vanzelf allerlei dingen te herinneren, die zich dan in de loop van de dag uitkristalliseren tot een tekst. Componeren gaat zo mogelijk nog makkelijker. Op tournee draait nu eenmaal alles om de muziek. Je hoofd krijgt niet eens de kans om ergens anders naar te staan. Je verkeert nog in de roes van de avond ervoor als het volgende optreden alweer in het verschiet ligt. Nogal logisch dus dat je dan al gauw inspiratie krijgt.”
Als geen ander weet Melissa Etheridge uit ervaring hoe een liedje in wording als het ware het heft in eigen handen kan nemen. “Opeens gaat het over iets anders dan je eigenlijk dacht. Of je loopt op de zaken vooruit, zoals in het geval van Breakdown, waarop ik het ineenstorten van een relatie beschrijf. Dat hele album was een boodschap aan mezelf, maar ik deed het destijds schouderophalend af als fictie, omdat ik liever niet wou horen wat het onderbewijstzijn mij wilde vertellen. Om nog maar te zwijgen van Come To My Window, waarin ik zing Nothing fills the blackness that has seeped into my chest – en tien jaar later blijk ik borstkanker te hebben. Toen begreep ik, dat ik beter naar mezelf had moeten luisteren.”
*******
Melissa Etheridge stond al op een keerpunt in haar leven nog voordat de kanker aan het licht kwam. Kort na de scheiding van de vrouw met wie ze zo’n tien jaar had verkeerd, ontmoette ze haar grote liefde en als een van de eerste Amerikaanse homoparen besloot het stel in het huwelijk te treden. Een en ander vond muzikaal zijn neerslag in het therapeutische Skin en het euforische Lucky, zonder meer haar beste werk sinds die verpletterende debuutplaat. Waarmee de tijd volgens haar rijp was voor het opmaken van een tussenbalans, zij het dat Greatest Hits: The Road Less Traveled met liefst vijf nieuwe nummers tevens de opmaat vormt tot de tweede helft van haar carrière.
Muzikaal lijkt alles bij het oude te blijven, vooral te oordelen naar de voorspelbare covers van Tom Petty’s klassieker Refugee en het langverwachte Piece Of My Heart, die zich overigens laten beluisteren als toegiften. De drie liedjes van eigen hand over haar strijd tegen de kanker - This Is Not Goodbye en I Run For Life - en een naar Irak uitgezonden soldaat - Christmas In America -, leren dat het verschil in de thematiek zal schuilen. “Overspel, verraad, ontgoocheling, verdriet, hunkering – ik zal er niet gauw meer over zingen. Ik ben niet langer de vrouw die voortdurend bang is dat haar partner er met een ander vandoor zal gaan.”
Rest de vraag of Melissa Etheridge sinds haar ziekte nou ook anders in het leven staat, temeer daar ze zich eigenlijk nooit als een zwartkijker heeft laten gelden. “Ik hield er inderdaad altijd al een behoorlijke positieve levenshouding op na,” beaamt ze. “Alleen heb ik mezelf al te vaak weggecijferd. Ik nam veel te veel op de koop toe, wat uiteindelijk ten koste van mijn gezondheid is gegaan. Dankzij die borstkanker heb ik de kans gekregen om de grote schoonmaak eens te doen. Mijn emotionele huishouding, mijn carrièreloop, mijn voedingspatroon – de hele mikmak heb ik onder handen genomen. Ik denk tegenwoordig veel meer dan vroeger aan mezelf. Niet dat ik meteen egoïstischer ben gaan leven, maar ik zorg nu wel beter voor mezelf.”