The Long Ryders - Onder Amerikaanse vlag

November 1985

Van de nieuwe lichting Amerikaanse popgroepen leverden The Long Ryders met State Of Our Union het meest patriottische album van het jaar af. Voor de hoesfoto liet voorman Sid Griffin nota bene een ringbaard groeien, die de prille dertiger doet lijken op een achterkleinzoon van Abraham Lincoln. In zijn teksten figureren dierbare familieleden naast historische personages en muzikale helden. When Tim got to heaven I hope he told Gram about The Long Ryders and just who I am, heet het in stormachtige single Looking For Lewis And Clark. Wat hoopt hij dat Tim Hardin allemaal tegen Gram Parsons zal hebben verteld? Waar staan The Long Ryders voor en wie is Sid Griffin?

“Ik ben geboren en getogen in een een buitenwijk van Louisville, Kentucky. Binnen onze familie leeft een sterk saamhorigheidsgevoel. Zo heb ik als kind altijd veel bij mijn grootvader rondgehangen. Door zijn manier van leven heeft hij me onbewust bijgebracht hoe belangrijk het is om aan bepaalde waarden en normen vast te houden. Wanneer ik hem in mijn liedjes ten tonele voer, is dat niet zozeer uit jeugdsentiment, maar omdat ik mensen zoals hij ten voorbeeld wil stellen. Ik wijs dan ook niet over het verleden, ik kijk naar de toekomst. De dingen waar de generatie van mijn grootouders nog voor stond, zijn mettertijd verloederd. Als geen andere westerse welvaartsmaatschappij zijn de Verenigde Staten verworden tot een haast stuurloze samenleving.”

“Ik hou van Amerika en tegelijkertijd schaam ik me voor mijn land. Voor de politiek van Ronald Reagan heb ik geen goed woord over, al heeft hij wel de vaderlandsliefde, die onder het bewind van Jimmy Carter dreigde uit te doven, weer doen opvlammen. Een natie moet een bepaalde trots uitstralen, anders gaat haar cultuur vroeg of laat verloren. Maar ik ben geen blinde nationalist, ik ben een kritische patriot. Beter dan welke buitenlander ook weet ik wat er zoal mis is met de Verenigde Staten. The Long Ryders voeren door middel van hun muziek een soort oppositie. We leveren opbouwende kritiek, want de jaren zestig hebben toch bewezen dat het best zin heeft om anarchistische oproepen in popmuziek te verpakken. Afgezien daarvan willen wij ons vaderland in ere houden. Lang niet alles is slecht aan Amerika en juist daar proberen wij de aandacht op te vestigen. Ons streven is om de vlag uit de modder te trekken, niet om er de brand in te steken.”

“Wat mij het laatste jaar diep getroffen heeft, is het feit dat ik in Europa zoveel mensen heb gesproken die ronduit vijandig tegenover de Verenigde Staten staan, vooral ook omdat het veelal mensen betreft die onze muziek op waarde weten te schatten. Ik op mijn beurt schaam me daadwerkelijk als ik bijvoorbeeld zie dat in elke Europese stad waar ik kom een McDonald’s goede zaken doet. Om maar te zwijgen van Kentucky Fried Chicken of wat daar wel niet voor moet doorgaan. In Kentucky wordt er net zoveel Kentucky Fried Chicken gegeten als dat er in Nederland op klompen worden gelopen. En als men het dan toch een keer eet, dan niet zoals iedereen ter wereld het nu kent, maar volgens het recept van onze grootmoeders.”

“Ik vind het helemaal niet oubollig om over mijn grootouders te zingen. Ik heb veel van die mensen geleerd en die levenslessen wil ik graag doorgeven aan het publiek van The Long Ryders. Popmuziek gaat na al die jaren nog steeds te vaak over seksuele liefde, zelfs al wordt het niet altijd met zoveel woorden gezegd. Nu is er niets tegen op seks, maar daarnaast bestaan er nog wel degelijk andere belangrijke zaken. Wie tijd van leven heeft, is een flink aantal jaren niet in staat tot seks. Vandaar dat ik het zinvoller vind om over een ander soort liefde te zingen, een liefde die dieper en duurzamer is. Bovendien ben ik van mening dat de seksuele en romantische kanten van de liefde praktisch zijn doodgezongen.”

“In de muziek van The Long Ryders is het persoonlijke tot op zekere hoogte politiek. We bezingen onze particuliere ervaringen en obsvervaties. Niet alleen heeft de geschiedenis geleerd dat het op popmuziek zetten van politieke manifesten geen noemenswaardig effect sorteert, daarbij voel ik niet de minste behoefte om mij op te werpen als woordvoerder van een of andere groepering. Ik zie namelijk geen groepen, ik zie uitsluitend individuen met bepaalde overeenkomsten. En alleen vanuit die gemeenschappelijkheid kan er zo nu en dan concreet iets tot stand worden gebracht. Live Aid en Farm Aid hebben bewezen op welke wijze popmuzikanten iets wezenlijks kunnen bijdragen: geen woorden maar daden.”

“Popmuziek op zich is niet machtig genoeg om politieke invloed te kunnen uitoefenen, maar kan wel individuele mensen helpen bij het bepalen van hun politieke opvattingen. Een goed voorbeeld is WDIA, dat in de late jaren veertig vanuit Memphis begon uit te zenden en in de vroege jaren zestig het eerste volledig zwarte radiostation van de Verenigde Staten werd. Destijds was de rassenscheiding in het zuiden bij lange na nog niet uitgeroeid, maar doordat jongeren met rode oren luisterden naar de programma’s van artiesten als B.B. King, Rufus Thomas en Bobby ‘Blue’ Bland kregen ze een compleet andere kijk op racisme. Dankzij hun liefde voor blues en soul kwamen ze tot het besef hoe verwerpelijk apartheid wel niet is.”

“Eigenlijk hou ik meer van rhythm ’n’ blues dan van country ’n’ western, hoe paradoxaal dat ook mag klinken uit de mond van iemand die een biografie over Gram Parsons heeft geschreven. Eerlijk gezegd was ik er aanvankelijk helemaal niet over te spreken toen The Byrds waren overschakeld op countrymuziek, net zo min als The Flying Burrito Brothers mij van meet af aan hebben weten te bekoren. Pas in het begin van de jaren zeventig begon ik te begrijpen waar Gram Parsons precies mee bezig was. Hij is een van de meest ondergewaarde artiesten uit de hele popgeschiedenis. Met name zijn pogingen op country ’n’ western te versmelten met rhythm ’n’ blues verdienen alle lof, al zijn de resultaten niet allemaal om over naar huis te schrijven. Voor al het plezier dat hij mij met zijn muziek heeft geschonken, heb ik hem postuum iets terug willen geven, waarbij ik hoop dat mijn boek ertoe zal bijdragen dat hij niet in de vergetelheid raakt.”

“In de loop van de jaren zeventig is de countryrock langzaam maar zeker verbasterd, net zoals dat gebeurde met de popmuziek in het algemeen. Gelukkig kwam alles nog net bijtijds goed dankzij de punk. Nadat ik Never Mind The Bollocks, Here’s The Sex Pistols had gekocht, heb ik meteen resoluut tweederde van mijn platencollectie van de hand gedaan. Kort daarop hield ik het in Kentucky wel voor gezien. Ik trok naar New York, omdat het daar in CBGB’s allemaal scheen te gebeuren. Al gauw bleek dat ik in die stad helemaal niet kon aarden. ’s Zomers is het er smoorheet en ’s winters ijskoud. Bovendien vond ik er een onprettige sfeer hangen, vandaar dat ik na verloop van tijd mijn heil in Californië besloot te zoeken. Er valt op Los Angeles van alles en nog wat aan te merken, maar het klimaat is er tenminste aangenaam en de mensen zijn er hartelijk in de omgang.”

“Het lijdt voor mij geen twijfel dat Los Angeles in de jaren tachtig tot dusver de grootste kweekvijver is van nieuwe Amerikaanse popmuziek, al hebben steden als New York, Boston, Minneapolis en Athens ook nogal wat uitstekende groepen voortgebracht. Naast de Bangles, Lone Justice, X, The Blasters, The Dream Syndicate, Rain Parade, Green On Red en Los Lobos doen wij het met The Long Ryders ook lang niet slecht. Veel verdienen is er voorlopig nog niet bij, integendeel, we mogen blij zijn dat we het hoofd boven water weten te houden. Wereldberoemd hoef ik overigens niet te worden. Ik wil tot op zekere hoogte mijn eigen gang blijven gaan en meer dan een modaal inkomen zal ik toch nooit nodig hebben. Ik zou tekenen voor een carrière als die van Doug Sahm. Twintig jaar al zit die man in het vak en hij heeft nooit concessies hoeven doen, reden waarom elke vorm van verbittering hem vreemd is. Zo iemand wordt in wezen niet echt ouder en hij zal, net als bijvoorbeeld Muddy Waters en Ernest Tubb, ongetwijfeld vol waardigheid in het harnas sterven. Kan een muzikant zich eigenlijk een mooier einde wensen?”