Elephant Stone - Psychedelified Hindi Rock
De victorie moet toch ergens beginnen en waarom dan niet in de EKKO aan de Bemuurde Weerd in Utrecht? Die kleine club bleek tenslotte eerder een opstap voor Ane Brun, Franz Ferdinand, Midlake, Motorpsycho en Patrick Watson, om slechts een handvol namen te noemen, dus hoezo dan eigenlijk ook niet voor Elephant Stone? Optreden nummer 154 in de annalen van de psychedelified hindi rockers uit Montreal dient de Benelux-verschijning van het titelloze tweede album begin oktober enige luister bij te zetten.
De voorafgaande maand trok het viertal door Europa als het voorprogramma van The Black Angels, de bevriende retro-spacerockers uit Austin, die voorman Rishi Dhir vorig jaar nog inlijfden als invalbassist. “De geboorte van onze zoon was een dubbele zegen. Dankzij het ouderschapsverlof kon ik namelijk met ze op pad, terwijl ik tussen het touren door alle tijd had om verder te werken aan onze eigen plaat.” Rondkomen van de muziek zit er nog niet in, vandaar dat hij zijn vaste baan als programmeur bij het grootste softwarebedrijf van Canada voorlopig aanhoudt. “Over onbetaald verlof doet mijn manager niet moeilijk. Net als mijn vrouw stelt ze zich bijzonder ondersteunend op.”
Halverwege de dertig is hij inmiddels nu zijn muzikale carrière eindelijk van de grond lijkt te komen. Zoon van Indiase emigranten, zelf vader van twee kinderen, zeven jaar geleden getrouwd met zijn jeugdliefde. Vanaf zijn zeventiende actief in allerlei bandjes, waaronder The High Dials die frequent door Noord-Amerika tourden plus twee albums opnamen, welke niet onopgemerkt voorbijgingen aan garagerockfanaat Little Steven Van Zandt, een wapenfeit dat Rishi Dhir opmerkelijk genoeg onvermeld laat. “Al met al zat er gewoon geen schot in. Ik ben een realistisch en praktisch ingesteld mens. Tijdens onze huwelijksreis besloot ik het voor gezien te houden, omdat ik graag een gezin wilde stichten. Ik zocht een baan als softwareontwikkelaar en in mijn vrije tijd ging ik bijlessen sitar volgen en klassieke Indiase muziek studeren.”
Sitar spelen doet Rishi Dhir al sinds zijn negentiende nadat hij op vakantie met zijn ouders in het land van herkomst zich een exemplaar van dat veelsnarige Hindoestaanse instrument aanschafte. “Aan de hand van een instructieboekje maakte ik me de grondbeginselen eigen en in mijn tijd met The High Dials heb ik zelfs een instrumentaal nummer gecomponeerd. Toen ontmoette ik mijn muziekleraar en van hem moest ik om te beginnen alles weer afleren.” De sitar toepassen in popliedjes op de manier van George Harrison behoort tot zijn artistieke doelstellingen. Rond zijn achtste hoorde hij voor het eerst Revolver via zijn oudere broer, die hem begin jaren negentig ook hielp aan Bandwagonesque van Teenage Fanclub. Later dat decennium voelde hij nog een derde schok van herkenning bij het album When I Was Born For The 7th Time, de inmiddels vergeten klassieker van Cornershop, het vehikel van de Indiase Engelsman Tjinder Singh. De onmiskenbare invloed van shoegazers als My Bloody Valentine en Slowdive ten slotte blijken voor rekening te komen van Gabriel Lambert, de geweldige gitarist van Elephant Stone.
Het lijkt enkel Britse pop uit de jaren zestig en negentig wat de klok slaat bij Rishi Dhir. Niet voor niets ook is Elephant Stone vernoemd naar een nummer van The Stone Roses, die de barre jaren tachtig uitluidden met een weergaloos debuutalbum vol neo-psychedelische dancerock. “De Britten hebben zó’n verfijnd gevoel voor melodie. Zelfs in het experimentele werk van een groep als Radiohead klinkt dat door. Bij mij begint het steevast met de melodie, wat niet alleen geldt voor de op de gitaar geschreven popliedjes, maar ook voor de op bas of sitar gecomponeerde hypnotische stukken. Het lukt me steeds beter de Indiase stijlelementen te incorpereren, waarbij ik niet meer per se een sitar hoef te gebruiken. Anders dan ons debuut The Seven Seas slingert het nieuwe album niet heen en weer tussen typisch westers en typisch oosters.”
In tegenstelling tot zijn Californische vrienden van de Allah-Las wil Rishi Dhir niet het studiogeluid van de jaren zestig reconstrueren, waar The High Dials juist wel probeerden te klinken zoals Engelse modbands als The Who, Small Faces, The Creation en The Action. “Al die zogeheten psycherockbands van tegenwoordig moeten zo nodig de klok een halve eeuw terugdraaien. Ze zweren bij het gebruik van obsolete achtsporenrecorders, antieke microfoons en compressors en wat al niet meer. Die obsessie met oude opnametechnieken is bij mij als sneeuw voor de zon verdwenen. Mijn hommage aan het verleden is gebracht. Ik kijk liever vooruit, wat mede de reden was voor mijn vertrek uit The High Dials. Op het laatst had ik het bange vermoeden dat ik de wereld artistiek eigenlijk niets te bieden had. In mijn ogen leidde ik als muzikant een oppervlakkig bestaan. Ik begon me in het hindoeïsme te verdiepen en vrijwel tegelijkertijd ging ik fanatiek liedjes schrijven en opnemen. De resultaten waren niet om aan te horen, totdat ik vier jaar terug op een vijfweekse reis met mijn vrouw door India inspiratie vond in de poëzie van Rabindranath Tagore. Kennelijk moesten eerst de slechte liedjes eruit om bij de goede terecht te komen.”
Na de geboorte van zijn dochter kreeg Rishi Dhir pas echt de geest. Hij werkte de ruwe versies van de liedjes uit, ging met een stel bevriende muzikanten de studio in, bracht de opnamen in eigen beheer uit onder de vlag Elephant Stone, formeerde een gelijknamige groep en kreeg prompt de wind in zeilen: binnen de kortste keren verwierf hij een zekere reputatie, bekroond met een nominatie van The Seven Seas voor de Canadese Polaris Music Prize. “De andere jongens in The High Dials schamperden destijds dat ik de muziek opgaf voor huisje-boompje-beestje. En moet je nu zeven jaar later eens zien: binnenkort kan ik misschien wel weer kiezen voor de muziek. Gelukkig begrijpt mijn vrouw ook dat ik die kans van mijn leven dan niet kan laten schieten.”
Elephant Stone maakt er in ieder geval serieus werk van, zo blijkt alleen al uit de schier eindeloze soundcheck in de EKKO, want zie de in echo gedrenkte zang, de overstuurde gitaren en knalharde drums plus nog diverse antieke toetseninstrumenten en elektronische apparaten en, niet te vergeten, de elektrische sitar maar eens goed in balans te krijgen. Op blote voeten in amazonezit op een oosters vloerkleed doet Rishi Dhir met voor zijn ogen vallend halflang haar en gestoken in een wijd boordloos hemd met lange mouwen onwillekeurig denken aan George Harrison, net zoals zijn verheffende teksten de stille Beatle in herinnering roepen. “Geen wonder, hij hing tenslotte het Indiase spiritualisme aan. Via zijn muziek verkondigde hij de liefde voor de wereld, de medemens en de allerhoogste. Ik doe eigenlijk precies hetzelfde. Ik zou niet weten waarover ik anders zou moeten zingen. Er zijn nu eenmaal niet zo veel dingen waar ik echt iets van afweet. Alleen de liefde, die begrijp ik door en door. Kijk, ik ben niet blind voor de pijn en het lijden en het verdriet overal om mij heen, maar ondanks alles zie ik toch nog hoop. Het is nooit te laat voor wat dan ook. Iedere wolk heeft een zilveren randje. ”