Bright Eyes - Stap voor stap

April 2011

Voor de buitenwacht gold Bright Eyes altijd als zijn vehikel, maar zelf begon hij ergens halverwege de jaren nul te benadrukken dat er eigenlijk sprake is van een driemanschap. Gitarist Mike Mogis fungeert immers ook als producer, toetsenist Nate Walcott tekent voor de arrangementen en hij als zanger zorgt voor de liedjes. En zodoende zitten ze nu voor het eerst braafjes naast elkaar op een bank in een hotelbar een middagje interviews af te werken. Hij in het midden, dat dan weer wel. Als gewoonlijk slordig gekleed en de haren in de war, maar verder helemaal bij de pinken, getuige alleen al zijn guitige oogopslag en geamuseerde glimlach. Want al doen zijn mystiek angehauchte liedteksten wellicht een zweverig type vermoeden, de onverminderd jongensachtige Conor Oberst (31) begrijpt wel degelijk hoe het er in de grotemensenwereld aan toegaat.

“Tussen jou en mij gezegd en gezwegen: zelfs met ons eigen platenlabel, dat we nota bene zelf hebben opgericht en waar we tot voor kort mede-eigenaars van waren, hebben we gedonder gehad,” vertelt hij op zo’n toon alsof hij je in vertrouwen zit te nemen. “Echt, ik heb niet zo’n hoge dunk van de onafhankelijke tak van de muziekindustrie. Zo gauw geld een rol gaat spelen, verdwijnen alle punkrockidealen als sneeuw voor de zon. Met de grote jongens kun je vaak op heel wat fatsoenlijker wijze zaken doen, heb ik tot mijn verbazing ondervonden. Al laat ik me heus geen rad voor ogen draaien: zonder een gezond verstand en een goede advocaat belazeren ze je allemaal waar je bij staat.”

Doe-het-zelvers zijn het van origine, de jongens van Bright Eyes. Mike Mogis maakte als jochie van elf al zijn eerste opnamen met een zogeheten boombox, zo’n radiocassetterecorder met ingebouwde luidsprekers. Rond dezelfde tijd begon Conor Oberst zijn stem en gitaar vast te leggen met behulp van een bandrecorder en een bijbehorende microfoon, wat op zijn dertiende resulteerde in het op cassette uitgebrachte album Water met als opener You Should Be In Sweden. Zulke uiteenlopende titels als A Poetic Retelling Of An Unfortunate Seduction en The City Has Sex zijn terug te vinden op het vijf jaar later verschenen Letting Off The Happiness, de eerste reguliere cd van Bright Eyes, opgenomen met een achtsporenmachine in het sousterrain van huize Oberst.

“Van de waskeuken van Conor’s moeder ging het via de woonkamer bij ons thuis naar een amateuristische studio en zo verder,” vertelt Mogis. “Inmiddels bezitten we een professionele opname-accommodatie met drie ruimtes plus een gastenverblijf.” Another Recording Company heet hun studio in Omaha, Nebraska, volgens Oberst een ideale omgeving voor een popgroep om een plaat te maken. “Je kunt daar namelijk moeilijk afgeleid worden, omdat er in die hele stad praktisch geen moer te doen is. Loop je daarentegen in New York de deur uit, dan stap je zo het bruisende leven in, waardoor je denken en voelen meteen veranderen, wat weer zijn weerslag vindt in het eindresultaat.”

Sinds een kleine vijf jaar woont Oberst goeddeels in New York, terwijl Nathaniel Walcott twee jaar geleden naar Los Angeles verhuisde. Hij en Mogis leerden elkaar op de middelbare school kennen. “Binnen de kortste keren hadden we een muzikale relatie. We wilden van opnemen ons beroep maken. Al vrij snel hadden we samen een bedrijfje, waarmee we voldoende geld verdienden om van te kunnen leven.” Oberst op zijn beurt zag de muziek in eerste instantie als een uit de hand gelopen hobby. “Ik leefde van het ene album naar de volgende tour, maar verwachtte dat ik na verloop van tijd helaas toch een echt vak zou moeten leren.”

Aanvankelijk ging Oberst alleen in de zomervakantie op tournee door het middenwesten, maar gaandeweg bleek het lucratiever op universiteitscampussen te spelen dan in het reguliere clubcircuit, dus moest hij kiezen tussen een studie of de muziek. En waar hij eerst zijn tomeloze creativiteit verdeelde over diverse groepen, concentreerde hij zich uiteindelijk op Bright Eyes. Met het topzware indiefolkalbum Lifted Or The Story Is In The Soil, Keep Your Ear To The Ground maakte hij begin jaren nul furore, waarop R.E.M.-zanger Michael Stipe hem hoogstpersoonlijk vroeg voor de Vote For Change-tournee, de rocksterrenkaravaan die alweer een kleine zeven jaar geleden door een aantal staten trok om de zwevende kiezers te bewegen vooral niet op George Bush te gaan stemmen. “Elke kleine stap vooruit was voor mij een grote verrassing,” zegt Oberst. “Alles is ons langzaam overkomen. Vandaar dat we nooit naast onze schoenen zijn gaan lopen.”

*******

Conor Oberst ziet de muziek als een roeping, die kennelijk kan ontaarden in een obsessie, want al een paar keer leek hij van geen ophouden te weten. En als hij het dan op de valreep ‘een mentale pauze’ inlast, gaat de ondraaglijke lichtheid van het bestaan zwaar op hem te drukken. Zo is het geweldige Cassadaga vernoemd naar een spiritueel centrum in het hart van Florida, waar hij zijn aura liet lezen en zichzelf ver weg van alle hectiek hervond. “Na dat album en de bijbehorende tournee waren we allemaal een beetje gaar van Bright Eyes. Alleen zag ik er tegen op om weer thuis in New York te zitten, vandaar dat ik gauw The Mystic Valley Band in het leven heb geroepen.”

Gone, gone from New York City. Where do you go with a heart that gone? Down, down to Mexico City. Got myself a lady, she knows how to treat me, heet het op het fris van de lever klinkende Conor Oberst, dat werd opgenomen in het zo’n twintig kilometer zuidelijker gelegen Tepoztlán. “Na het spelen lagen we ’s nachts in de Valle Místico rond het kampvuur met een biertje erbij naar de sterren te kijken.” Just help me go slow, I've been hurrying on, zingt hij in het beklemmende Milk Thistle, waarvan het sap volgens het alcoholistische geloof de lever beschermt. I keep death at my heels like a basset hound. “Die tekst schreef ik in de greep van paniek en paranoia toen ik in nogal labiele staat verkeerde. Ik was in die periode net iets te ver doorgeschoten in het misbruiken van mijn lichaam,” verklaart hij. “Je moet de angst voor de dood niet al te lang verdringen, ik althans niet, want anders zou het wel eens heel snel verkeerd met me kunnen aflopen.”

Na vijf jaar van Dylaneske folkrock schakelt Bright Eyes met het begin dit jaar verschenen The People’s Key over op lichtelijk elektronische indierock met een spirituele boodschap, die op het podium trouwens beter uit de verf komt dan op de plaat, zo bewijst het meeslepende optreden die avond in een vol Paradiso. You and me, that is an awful lie, it’s I and I, zo houdt Oberst ons als dagsluiting voor. “Die wijsheid heb ik uiteraard ontleend aan het rastafarisme, terwijl die zin tegelijk ook de gedachte achter het album mooi samenvat: dat we in essentie heus niet zo veel van elkaar verschillen als we doorgaans geneigd zijn te denken. We moeten ons richten op wat we met z’n allen delen. Het gaat om het één zijn.” En om het vasthouden van de jeugdige onschuld, niet te vergeten, want niet voor niets zingt hij Don’t hang around once the promise breaks. “Na verloop van tijd voel ik mijn verwondering en bezieling wegvloeien en dan moet ik me een poos afzonderen van de wereld om mezelf te hervinden. Dan ga ik helemaal terug naar af, zodat ik weer opnieuw kan beginnen.”