Alabama Shakes - Zo goed als nieuw
De aanvoerster van Alabama Shakes draagt op de rechterarmbovenarm een kloeke tatoeage van de contour van haar thuisstaat. Mocht ze in een of ander buitenland onverhoopt het leven laten, dan bestaat er zo tenminste geen onduidelijkheid over waar het stoffelijk overschot naar toe moet. Vandaag in Nederland voelt de kek gekapte zangeres met die stem als een klok zich hondsberoerd van de griep, wat haar overigens niet belet buiten lekker een sigaretje te gaan roken.
Medio februari wordt het opeens al eventjes lente in Amsterdam, maar het viertal uit Athens, Alabama zit in de lobby van een design hotel in een gewezen tramdepot de godganse dag allerhande journalisten te woord te staan. Aanleiding voor deze interviewmarathon is Sound & Color, de vurig verwachte opvolger van Boys & Girls, dat Alabama Shakes katapulteerde tot de meest succesvolle rootsrockband sinds Kings Of Leon. Zo gingen er van dat debuutalbum alleen al in de Verenigde Staten inmiddels bijna driekwart miljoen exemplaren van de hand, terwijl de band werd genomineerd voor liefst drie Grammy Awards. Voerde de eerste Europese tournee drie jaar terug nog langs de kleinere zalen, de keer daarop bevatte het overzeese programma louter grote zomerfestivals. Doodzonde eigenlijk, want het clubcircuit blijft strikt muzikaal genomen toch de habitat voor zo’n geboren barband, al willen ze dat zelf uiteraard niet weten. En waarom zouden ze ook?
Het journaille staat zogezegd in de rij voor Alabama Shakes, vandaar dat zangeres-gitariste Brittany Howard (26), gitarist Heath Fogg (30), bassist Zac Cockrell (27) en drummer Steve Johnson (29) opgesplitst in duo’s de rits vraaggesprekken van elk een half uurtje afwerken. Kan de zelfbenoemde only rock ’n’ roll brown chick nog wel een panklaar verhaaltje oplepelen, de anderen blijken niet in de wieg gelegd om hun waar te verkopen, sterker, ze lijken er hun hoofd amper bij te kunnen houden. Alleen bij het met een half oor gehoorde compliment dat Sound & Color een schoolvoorbeeld is van vernieuwende rootsrock schrikken ze onverwacht op. “Ik heb nou niet bepaald het idee dat onze muziek in het verlengde van een traditie ligt. We willen absoluut geen goede sier maken met het geluid van Muscle Shoals en Stax, dan zouden we wel erg gemakzuchtig en voorspelbaar bezig zijn,” schiet de bassist in de contramine. “Er zitten ook de nodige moderne invloeden in, hoor,” vult de drummer aan. “We vonden elkaar in onze liefde voor soul, rhythm ’n’ blues, country en classic rock. Vanuit die inspiratie begonnen we met het ontwikkelen van onze eigen stijl. Dat is een doorlopend proces, waarbij we proberen de grenzen telkens weer wat verder te verleggen. We dagen onszelf voortdurend uit.”
Dat Sound & Color na al die jaren van road dogging niet uitpakte als een grootser en meeslepender beoogd maar vooral opportunistisch en gemaniëreerd klinkend vervolg op Boys & Girls, mag al net zo verwonderlijk heten als de keuze om Blake Mills aan te trekken als producer. Deze fabuleuze gitarist speelde in dienst van beroemdheden van verschillend pluimage, onder wie Neil Diamond, Kid Rock, P!nk, Lucinda Williams en Zucchero, om afgelopen jaar te verbluffen met Heigh Ho, een plaat die zich laat beluisteren als een kruising van Ry Cooder, Daniel Lanois en Marc Ribot. Zijn status als musician’s musician verwierf hij met het als staalkaart van zijn veelzijdige kunnen bedoelde debuut Break Mirrors. “Een fascinerend album waar ik gewoon niet op uitgeluisterd raakte,” aldus de bassist van Alabama Shakes. “We ontmoetten elkaar voor het eerst op het SXSW-festival in Austin, waar hij optrad met Fiona Apple. Toen hebben we gevraagd of hij niet bij wijze van proef een paar dagen met ons de studio in wilde. Dat leverde prompt enkele totaal afwijkende nummers op, waar we eerlijk gezegd zelf van stonden te kijken. We geloofden er gelijk helemaal in.”
De diverse opnamesessies voor Sound & Color afgelopen jaar in Nashville kostten opgeteld een kleine drie maanden. “Af en toe was het ontmoedigend om met Blake te werken en niet eens vanwege zijn enorme muzikaliteit,” verzucht de drummer. “Hij is zo gefixeerd op details en wat je met klank, toon, nagalm, ritme en tempo zoal kan doen, dat hij niet zo gauw met iets genoegen neemt. Soms draaide het uit op een urenlange discussie, dan weer liet hij ons keer op keer iets op nog weer een andere manier spelen. Zo wist hij er altijd uit te halen wat hij dacht dat er nog méér in zat, waardoor het eindresultaat onze aspiraties overtrof.” De zangeres van de Shakes liet zich op haar beurt inspireren door albums als Psychedelic Shack van The Temptations en Super Fly van Curtis Mayfield, klassiekers uit de vroege jaren zeventig waarop soulmuziek een vijfde dimensie kreeg. En zo bruist de southern soulrock op Sound & Color net zo van avontuurlijke creativiteit als begin jaren negentig op Kiko de rootsrock van Los Lobos.
Vanaf maart tourt Alabama Shakes weer volop door Noord-Amerika en Europa, ditmaal in een uitgebreide bezetting met naast vaste toetsenist Ben Tanner nog een extra toetsenist plus een driekoppig achtergrondkoortje. Amper vier jaar terug doorkruiste de band voor het eerst de Verenigde Staten. De zangeres mag zich graag herinneren hoe ze toen door het raam van de bus idyllische landschappen van fotokalenders aan zich voorbij zag trekken: neerdwarrelende kastanjebruine bladeren in Vermont, de ondergaande zon op de purperrode bergen van Arizona. Tot dan toe reikte de actieradius van de Shakes niet verder dan Tennessee en Georgia. “Dat vonden we al ontzettend ver van huis,” bekent de bassist meesmuilend. “We konden met de Drive-By Truckers mee als voorprogramma. Om meer dan een handvol shows ging het niet, maar voor ons gold het als een enorme onderneming, waarvoor we spaarzame vakantiedagen moesten opnemen. Dat tourtje van niks was eigenlijk het begin van alles, want vervolgens hielpen zij ons ook aan hun management en boekingskantoor. Op dat moment hadden we Boys & Girls trouwens al in eigen beheer opgenomen.”
De twee voorgaande jaren hadden de Shakes zich bekwaamd tot een bonafide barband, die covers van James Brown, Otis Redding, Led Zeppelin en AC/DC afwisselde met soulrockers van eigen hand. “We speelden in de weekeinden in de directe omgeving van Athens, steden als Decatur en Huntsville met levendige muziekcafés. Later werden we via een contactpersoon in Birmingham ook af en toe geboekt in het midden van Alabama. Een enkele keer hadden we een optreden door de week, wat betekende diep in de nacht naar bed en voor dag en dauw op,” vertelt de bassist, die werkte in een dierenkliniek. Van hun hobby hun beroep maken, zagen ze niet voor zichzelf weggelegd, al hielden ze zich wel degelijk serieus bezig met hun muziek, vooral de zangeres die na haar dagelijkse ronde als postbode met een MIDI-toetsenbord op de computer liedjes in elkaar zat te sleutelen. Een vroege studio-opname van de band op een invloedrijk audioblog wekte de nieuwsgierigheid van hun beroemde plaatsgenoot Patterson Hood, voorman van de Drive-By Truckers, wier rotsvaste reputatie sedert begin jaren nul stoelt op het monumentale dubbelalbum Southern Rock Opera. Een kort optreden in een platenzaak in het onder rook van Muscle Shoals gelegen Florence blies hem de volgende dag finaal van de sokken. Vier jaar na dato geven de Shakes van de zomer een viertal stadionconcerten met als special guests de Drive-By Truckers.
Last van groeipijn hebben de vier van Alabama Shakes nauwelijks gekend. “Een toenemende slaapachterstand, daar kampten we mee. Touren is een kwelling, zij het wel een prettige kwelling,” zegt de bassist meesmuilend. “We moesten in een vloek en een zucht professioneel worden,” aldus de drummer zonder gekheid. “We promoveerden van bars zonder zaalinstallatie meteen naar de grotere clubs, waarbij het gebrek aan ervaring ons vooral geluidstechnisch parten speelde. Gelukkig konden we onderweg het nodige opsteken van gepokt en gemazelde bands. Zo’n eerste tournee is als een stoomcursus. Je leert ook wat aanpassen betekent als je achttien uur per dag op elkaars lip zit. Zo vallen we zelden of nooit tegen elkaar uit, laat staan dat we knallende ruzie krijgen. Problemen laten we namelijk meestal rusten tot de gelegenheid zich voordoet om er in alle rust over te praten. En als we al eens op een onbezonnen moment ergens een breekpunt van dreigen te maken, dan spijt het ons ogenblikkelijk dat we het überhaupt zo ver hebben laten komen. We moeten niet vergeten onze zegeningen te blijven tellen.”
Zo’n tweeënhalf jaar tourden de Shakes met Boys & Girls de halve wereld rond, waarbij ze uitgroeiden tot een fantastische podiumgroep. “Artistiek gezien maakten we in die periode daarentegen pas op de plaats, wat trouwens moeilijk anders kan als je praktisch alle tijd en energie in optreden moet steken. Vooraf was ik dan ook best huiverig om de studio weer in te gaan, maar gelukkig hebben we een paar flinke stappen vooruit kunnen zetten. We opereren nu echt als een volwaardige band in plaats van een stel begeleiders achter een aandachttrekkende zangeres,” laat de bassist zich ontvallen. “Voor de rest is er naar mijn gevoel niet echt veel veranderd, terwijl dat natuurlijk wel degelijk het geval is. Alleen sta ik daar liever niet al te lang bij stil, omdat ik wat er inmiddels allemaal is gebeurd en nog staat te gebeuren eigenlijk doodgewoon wil blijven vinden. Mijn leven mag niet abnormaal lijken.”