Roken

Mei 2017

Zo'n zestien jaar geleden, de dagen rondom 9/11, vertoefde ik enkele middagen per week in het ziekenhuis om mijn vader te vergezellen op diens weg naar het einde. Op de gang van de afdeling bevond zich op de kop een royale rokersruimte, waar we samen met een stel verpleegsters bijna op het gezellige af zaten te paffen. Een half decennium later moest er op een stemband van mij iets worden weggelaserd, reden waarom ik mij ettelijke jaren lang om de zes weken diende te melden voor een check van het strottenhoofd. Keer op keer stond ik te kijken wanneer ik zag hoe op de lange bank naast de ingang al voor tien uur ’s ochtends mannen en vrouwen met de infuuspaal naast zich een kloek shagje dan wel een filtersigaret soldaat zaten te maken. Alsof toeval niet bestaat scoorden in die periode de post-new wavers van de Editors een hit met het gedragen Smokers Outside The Hospital Doors, niets minder dan the saddest thing that I’d ever seen in de ogen van voorman Tom Smith toen hij op bezoekuur ging bij, daar wil ik vanaf wezen, een oma of opa. Nou moest ik vorige week weer eens de draaideur van datzelfde ziekenhuis door en daar vlakbij de entree stond opeens een wachthokje, zijnde een stek voor de laatsten der rokers. Zeven dagen na dato lig ik hier op kamer 26, route 262 op maandagochtend circa twintig voor vijf via de laptop te luisteren hoe pubrocker Nick Lowe veertig jaar terug op zijn ep Bowi, een vette knipoog naar David Bowie’s destijds pas verschenen meesterwerk Low, middels een lucifer de brand in een sigaret steekt alvorens te beginnen aan een fluisterversie van Endless Sleep, de succesvolle teenage tragedy pop song uit de late jaren vijftig van de melancholieke rockabillyzanger Jody Reynolds. I heard a voice cryin’ in the deep: ‘Come join me, baby, in my endless sleep.’