Hallo Venray - Bubbling under band

Januari 2005

Zo’n tien jaar geleden behoorde Hallo Venray tot de beroemdste popgroepen van Nederland, maar na het miskende meesterwerk Merry-Go-Round belandden de Hagenaars weer terug in de periferie. Bijgevolg werd hun muziek meteen weer beduidend alternatiever en avontuurlijker, zeker sinds de komst van Henk Jonkers, de drummer annex producer uit de Fatal Flowers. Het trio bestaat verder nog steeds uit bassist Peter Konings en uiteraard de onnavolgbare voorman Henk Koorn (44), die op het magnifieke doe-het-zelf-album Vegetables & Fruit een opvallend impressionistische toon aanslaat. “Een goede plaat kan naar mijn smaak niet zonder ambiance.”

Voelde je je niet ontzettend  in de steek gelaten door pers en publiek toen jullie populariteit opeens zo kelderde?

“Nee, helemaal niet. Ik heb me heus niet verraden gevoeld ofzo. In een popland als Nederland word je snel afgelost, dat weet je gewoon, dus je houdt er rekening mee dat het succes even onverwacht inzakt als het is opgekomen. Dan ben je weer even helemaal terug bij af, maar in die positie kun je wel alles doen wat je wilt. Al zou ik dat sowieso zijn blijven doen, zo eigenwijs ben ik nu eenmaal. Voor mij maakt het trouwens niet zo gek veel uit of ik nou op Pinkpop sta of ergens in een of ander cafeetje – als ik maar kan spelen. Hallo Venray is begonnen in de krakersscene en ik heb de underground altijd zeer plezant gevonden. Alleen moet er ook brood op de plank, vandaar dat je af en toe bovengronds moet komen.”

Hoe kijk je nu terug op zo’n professionele studioproductie als A Million Planes To Fly?

“Ik heb het gevoel dat we die plaat niet echt zelf gemaakt hebben. We waren er natuurlijk wel bij en we hebben ook zeker allerlei dingen aangegeven, maar we hebben nogal wat over onze kant laten gaan of we hadden het niet in de gaten of we dachten dat het waarschijnlijk zo hoorde – ik weet het niet precies. Het was allemaal gedaan vanuit de gedachte dat we dan nóg meer platen zouden verkopen, wat nou niet bepaald het uitgangspunt was, tenminste niet van onze kant. Dat we met The More I Laugh, The Hornier Due Gets! waren doorgebroken, lag vermoedelijk aan het feit dat de tijd toevallig rijp was. De platenmaatschappij en het management dachten dat het wel door zou groeien, maar zoiets gaat heus niet vanzelf. Zo werden we al gauw weer die typische bubbling under band.”

Jullie hebben ooit een Flashback to Neil Young-tour gedaan en ook op jullie nieuwe album staat weer een nummer dat van hem had kunnen zijn. Hoe belangrijk is hij voor eigenlijk voor jou geweest?

“Nou, ik ben met zijn muziek opgegroeid. Dat was hetgeen waar mijn grote broer bij ons in de huiskamer naar luisterde, zo tussen mijn tiende en vijftiende. En later ben ik hem door alle trends heen er altijd naast blijven draaien. Maar ik volg hem al sinds 1980 niet meer op de voet, al heb ik onlangs wel nog zijn biografie Shakey gelezen. Daarin vertelt hij ergens dat hij de platen die in één ruk werden opgenomen zijn beste werk vindt. Toen dacht ik: wij zijn inmiddels zó goed gaan spelen, dat wij het misschien ook gelijk de eerste keer kunnen vangen. En dat bleek inderdaad het geval.”

Je zei ooit over zijn teksten: wat hij precies wil zeggen, is me niet altijd even duidelijk, maar ik heb het gevoel dat ik het toch begrijp.

“Hij kan heel goed mooie woorden uit de lucht plukken en die vervolgens mooi achter elkaar zetten. De klank van woorden in je hoofd – dat is iets wat ik min of meer van hem heb overgenomen. Want hoe een tekst klinkt, is in wezen belangrijker dan de betekenis ervan. Wat natuurlijk nog niet wegneemt, dat het wel degelijk ergens op moet slaan. Daarbij moet je ruimte overlaten aan de luisteraar, vind ik. Wanneer je iets niet precies zegt,  kan een ander daar namelijk zelf iets bij verzinnen. Ook voor mij persoonlijk is dat prettig, want als ik zo’n tekst over tien jaar zing, kan ik het weer anders voelen.”

Eenmaal over de helft begint jullie nieuwe album verdacht veel te lijken op een soloplaat.

“Mijn vrouw zei laatst dat ik daar zo langzamerhand wel aan toe ben. Gelukkig zijn Peter en Henk twee heel muzikale mensen, die het liedje zonder meer voorrang geven. Een paar nummers heb ik trouwens ook daadwerkelijk in mijn eentje opgenomen. Als ik nu naar die dingen luister, dan hoor ik dat ik een niveau heb bereikt, waarop ik een soloplaat onderhand zou moeten aankunnen. Het spookt af en toe door mijn hoofd om het gewoon maar eens te gaan doen. Maar ja, Hallo Venray is zo’n goede band.”