Zondagmiddag

September 2015

Herinnert u zich deze nog nog nog? Kayuta Hill van Partner. Even het Hit Dossier erbij pakken: 1978, 5 weken Nederlandse Top 40, binnenkomst: 28 januari, hoogste positie: 23. Triviaweetje: de Zuid-Limburgse groep was verrezen uit de as van Windmill, een dansorkestje van gesjeesde popmuzikanten met een repertoire van gouwe ouwen en kwaliteitshits van recentere datum. Even zoeken in de rode ringmap met mijn vroegste stukjes voor Muziekkrant Oor en hebbes: een knipsel uit 1974, nummer 16, gedateerd 15 augustus, zijnde een lap van een sfeerreportage onder de kop te Hooi en te Gras waren we te HEEL op en in de HEELDERPEEL om eens naar de groep WINDMILL te kijken en te luisteren. Tegenwoordig een keurig net vakantiepark, dat Heelderpeel in Midden-Limburg, gelegen op een steenworp afstand van mijn ouderlijk huis, toentertijd een ordinaire camping met als extra's een natuurbad plus een zandstrand, alwaar ik die zomervakantie menige avond in de kantine achter de bar glazen stond te spoelen in ruil voor gratis bier.

Kayuta Hill was de eerste en enige single van A Man-Size Job Requires A Man-Size Meal, het debuutalbum van Partner dat 37 à 38 jaar na dato nog steeds blijkt te klinken als een frisse cocktail van Supertramp, 10cc, Steely Dan, The Doobie Brothers, Eagles, Stealers Wheel en soortgelijken. Waar ik toch wel van ophoorde. Eventjes de popprofessor uithangen nu: toetsenist Erwin Musper zou gedurende de jaren tachtig en negentig fortuin maken als technicus voor hardrockhelden als Def Leppard, Van Halen, Bon Jovi en de Scorpions, maar eerder en later ook werken voor binnenlandse popcoryfeeën als Doe Maar, Anouk, Van Dik Hout en Normaal, totdat hij afgelopen jaar met pensioen ging en na een bijna een kwart eeuw verhuisde van de Verenigde Staten naar, of all places, Ecuador.

De titel Kayuta Hill is, zo weet ik nog, een vrije vertaling van Keutenberg, bijgenaamd de steilste helling van Nederland en derhalve vaste prik in de wielerronde Amstel Gold Race. Op die heuvel in het dorpje Schin op Geul woonden de grootouders van de vader van Ab van Goor, de zingende drummer van Partner, die zich als klein kind daar op zondagmiddag op bezoek steevast stierlijk verveelde. Boy, you look so boring. Please, don't pull such a face, wierp zijn moeder hem dan telkens voor. Don’t push the cat from its place, don’t pull his tail, leave him alone. Try to do something else. Don’t hang around here, boy, you better go. Wat zich qua steenkolenengels kan meten met de autobiografische nederbeatklassieker The Life I Live van Q65. Feiten en cijfers tussen haakjes: 1966, 14 weken Nederlandse Top 40, binnenkomst: 11 juni, hoogste positie: 5. Want wat te denken van de onvergetelijke strofe: The girls are fighting for me, but everytime that I take one, they’re indisposed, poor old me! Dat indisposed moest ik, destijds vers op de MULO, uiteraard opzoeken in het woordenboek Engels-Nederlands, net zoals zanger Willem Bieler het Prisma-deel Nederlands-Engels kennelijk had geraadpleegd voor de vertaling van het woordje, puntje, puntje, puntje, ongesteld.

Hoe ik hier toch op kom? Welnu, vanmiddag, zondag 13 september 2015, hoorde ik Kayuta Hill op de radio bij Langs De Lijn, tussen vijf en tien minuten over half vier. Ik lag op dat onzalige tijdstip na ongedane arbeid in bad te dobberen, al minstens drie kwartier lang, omdat ik zo gauw niets zinnigers te doen wist.