Lamgeslagen

November 2015

Kom, laat ik eens de professionele popjournalist uithangen, dacht ik. De gelegenheid doet zich toevallig voor, dus waarom niet? En zo woonde ik binnen een week optredens bij van, in volgorde van opkomst, Alabama Shakes, Ane Brun, Gary Clark Jr. en American Aquarium – en geen van de vier had ik willen missen, zij het niet voor geen goud. Wel onbetaalbaar vond ik een dag of wat later de Tedeschi Trucks Band in die mooie oude zaal van voorheen Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht. Echt, ik werd van mijn sokken geblazen, terwijl ik via YouTube toch was voorbereid op het beste.

Alles klopt gewoon aan dit twaalfkoppige southern rockorkest. Eerst en vooral natuurlijk übergitarist Derek Trucks, vernoemd naar Derek & The Dominos, opvolger van Duane Allman in The Allman Brothers Band met daarin ook ome Butch Trucks. Dat hij na het leren naspelen van de usual suspects van de elektrieken bluesgitaar fanatiek studeerde op jazzsaxofonisten als John Coltrane en vervolgens in de leer ging bij sitarspeler Ali Akbar Kahn, ja, dat valt er wel aan af te horen – wat een techniek, wat een creativiteit, wat een toewijding. Al even uitzonderlijk: geen plectrum. Zo mogelijk nog zeldzamer: geen enkel effectpedaal.

En dan dat swingende spel van het dynamische drumduo Tyler Greenwell en J.J. Johnson, nee, zo superieur mocht ik het de afgelopen halve eeuw in levenden lijve nooit eerder horen. Geloof het of niet, diezelfde week op datzelfde podium achter de reuzenrug van the future of jazz and its name is Kamasi Washington, trommelde de tandem Tony Austin en Ronald Bruner Jr. er werkelijk idem dito op los, zij het dan net een slag minder geraffineerd.

Het was op dag drie van Le Guess Who?, het festival voor ook oudere hipsters, overjarige postpunkers, muzikale ontdekkingsreizigers van alle leeftijden en een enkele dolende ziel zoals yours truly. Luttele uren eerder stond deze elders in het muziekpaleis met open mond te luisteren naar Magma, de Franse progrocklegende van de planeet Kobaïa, aangedreven door schepper Christian Vander, klassiek geschoold percussionist annex verklaard volgeling van, daar is-ie weer, John Coltrane. Zonde alleen van dat foeilelijk versterkte drumgeluid.

Op de slotavond van die vierdaagse in TivoliVredenburg checkte ik op aanraden Os Mutantes, herboren hippieband uit São Paulo, semi-legendarisch als zijnde de pioniers van de latin acid rock. En verdomd zeg, alweer zo’n sublieme slagwerker die een aparte vermelding verdient ­– bij deze: Cláudio Tchernev. Voorman Sérgio Dias Baptista, draaiende ventilator voor zijn voeten, zei op enig moment: “Doei! Where is the coffee shop?” Helemaal te gek, die vogel, weetjewel.

Ondertussen dreigde ik zowat door mijn hoeven te zakken. Ja, het was nou wel mooi geweest. Ware er niet de volgende avond te Amsterdam in De Kleine Komedie de première van Dry Goods & Groceries, de americanavoorstelling van JW Roy featuring Leon Verdonschot als causeur en Bram Hakkens in de rol van drummer deluxe Jay Bellerose. Goed, na afloop nog even meet and greet in de foyer en toen snel op huis aan om net als Vincent Vega in Pulp Fiction een hartaanval te krijgen.