The Judds - Zo moeder, zo dochter

Maart 1985

“We hebben het gevoel alsof we in een levend sprookje rondlopen,” zegt de een. “Blijkbaar hoeven dromen niet altijd bedrog te zijn,” concludeert de ander. The Judds zitten er werkelijk stralend bij, moeder Naomi (40) en dochter Wynonna (21), zichtbaar dankbaar voor het geluk dat hun ten deel is gevallen. Het gerenommeerde blad Rolling Stone riep het countryduo zelfs onlangs uit tot the hottest mother and daughter act in the history of American music.

“We zijn authentiek,” verklaart Naomi. “We hebben een eigen stijl, waarin allerlei invloeden verwerkt zitten. We houden namelijk niet alleen van country en bluegrass, maar net zo goed van blues en pop. Ons voordeel is dat we elkaar voortdurend muzikaal voeden. Ook in dat opzicht gaapt er geen generatiekloof tussen ons beiden.”

“We vullen elkaar aan,” verduidelijkt Wynonna. “Ma heeft mij laten luisteren naar zulke uiteenlopende artiesten van vroeger als The Andrew Sisters tot Bob Wills, ik op mijn beurt draaide voor haar platen van hedendaagse zangeressen als Bonnie Raitt en Joni Mitchell. Daarnaast heb ik vanaf mijn vroegste jeugd bluegrass en gospel gehoord. Die zangharmonieën vormen de basis van onze stijl, maar ons repertoire is allesbehalve ouderwets. Zo klinken we traditioneel en tegelijkertijd modern. Die combinatie nu maakt ons karakteristiek.”

Ruim acht jaar geleden begonnen The Judds samen te zingen. Ze waren toen pas teruggekeerd naar Kentucky, dat Naomi met haar dochters Wynonna en Ashley na haar scheiding eind jaren zestig was ontvlucht. Californië bleek evenwel niet het beloofde land, reden waarom ze zich uiteindelijk weer in hun geboortestreek vestigden. Daar verdiende Naomi de kost als leerling-verpleegster. Nadat ze haar opleiding had voltooid, trok ze met haar twee kinderen opnieuw naar de Westkust in de hoop er een wat beter betaalde baan te vinden.

“Inmiddels was ik er heilig van overtuigd dat Wynonna en ik als zangeressen voldoende kwaliteit in huis hadden om er ons beroep van te maken,” vertelt Naomi. “Alleen hield ik daar tegenover haar mijn mond over, omdat ik wilde dat ze eerst haar middelbare school zou afmaken. Bovendien had ik niet het flauwste benul hoe de muziekwereld functioneerde. Ik wist gewoon niet hoe we daar binnen moesten komen.”

Eind jaren zeventig verhuisde het gezin naar een dorp vlakbij Nashville, Tennessee, de hoofdstad van de country ’n’ western-industrie. Op zekere dag maakte Naomi kennis met producer Brent Maher, wiens vrouw moest bevallen in het ziekenhuis waar zij werkte. Op zijn advies vroegen The Judds een auditie aan bij een grote platenmaatschappij. Ze waren niet eens op het idee gekomen thuis een cassette op te nemen, laat staan dat ze ooit gehoord hadden van zoiets als een demo, reden waarom ze plompverloren een stel liedjes gingen staan zingen. Een contract hielden ze er niet aan over, wel het aanbod van twee managers om voortaan hun zaken te behartigen. Zij slaagden er vrij snel in het duo onder te brengen bij een kleine onafhankelijke firma. Alsof er geen toeval bestaat, wilde een ironische speling van het lot dat die de landelijke distributie in handen gaf van uitgerekend dezelfde maatschappij waar The Judds eerder auditie hadden gedaan.

Het succes liet niet lang op zich wachten. Deed de debuutsingle het al boven verwachting goed, het tweede liedje dat van Wynonna & Naomi werd getrokken, bereikte de top van de Amerikaanse country ’n’ western-hitlijst. Met het eveneens vorig jaar verschenen Why Not Me versterkten The Judds hun reputatie, getuige de acht Grammy Awards die de Country Music Association het duo in anderhalf jaar tijds heeft toegekend. Voor de wellicht iets te haastig gemaakte opvolger Rockin’ With The Rhythm werkten moeder en dochter opnieuw nauw samen met producer Brent Maher en arrangeur annex gitarist Don Potter.

“We vormen een hecht team,” vertelt Naomi. “Samen met Brent selecteren we de liedjes. Zonder hem zouden we aanvankelijk niet eens origineel repertoire hebben gehad om op te nemen. Onbekende artiesten rest geen andere keus dan materiaal van onbekende componisten op te nemen en Brent wist waar hij het onbekende talent moest zoeken. Met zijn hulp hebben we inmiddels een kring van bevriende liedjesschrjvers opgebouwd. Wat in eerste instant ie een nadeel leek, is nu omgeslagen in een voordeel.”

“Niet minder belangrijk voor ons is orkestleider Don Potter, van huis uit een jazzgitarist die jarenlang in de groep van Chuck Mangione heeft gespeeld,” vervolgt Wynonna. “Hij is grotendeels verantwoordelijk voor het muzikale concept, dat hij helemaal heeft afgestemd op mijn incorrecte onorthodoxe gitaarspel. We werken hoofdzakelijk met akoestische instrumenten, waarbij we het eenvoudig en toch interessant proberen te houden. De begeleiding moet de zang aanvullen en zeker in ons geval luistert het dan nogal nauw, omdat onze vocale harmonieën het vooral moeten hebben van de nuances.”

Haast vanzelfsprekend bevat het repertoire van The Judds voornamelijk liefdesliedjes, maar hoewel het leed bepaald niet van de lucht is, komt de hopeloze verliefdheid opvallend vaak aan de orde. Er worden de nodige dromen nagejaagd, iets wat wijst op een positieve levensinstelling, waarvan trouwens ook de opgeruimde uitgaansliedjes getuigen. “Het leven is een avontuur,” zegt Naomi. “Zelfs al raak je verzeild in de meest netelige situaties, toch moet je steeds blijven geloven dat je je er wel uit zult weten te redden. Wat dat betreft zijn wij rolmodellen voor diegenen onder ons publiek die het moeilijk hebben. Ik ga er al sinds jaar en dag van uit dat het geluk niet aan de horizon ligt, maar op de weg die er naar toe leidt.”

“Het is niet onmogelijk gelukkig te zijn, je moet er alleen hard aan werken,” vult Wynonna aan. “Juist in zware tijden mag je de hoop niet laten varen. Dat zoveel mensen met hun verdriet vergetelheid zoeken in drank en seks, komt volgens mij omdat ze niemand in de familie hebben op wie ze kunnen terugvallen. Méér nog dan onze muziek zijn ma en ik als personen het levende bewijs dat geestelijke liefde je de kracht geeft om er bovenop te komen. Er is altijd licht aan het einde van de tunnel, het enige wat je nodig hebt is iemand die naast je loopt. Ik heb mijn moeder en mijn moeder heeft mij.”