Jelka van Houten - Alles op zijn tijd

Januari 2016

Ze is en blijft natuurlijk de zus van. Al moet zo langzamerhand heel Nederland haar kennen, want zelfs de meest vluchtige tv-kijker is weleens blijven hangen bij Aaf of Gouden Bergen en anders wel Jeuk. Eind vorig jaar kwam Jelka van Houten opeens voor de dag met een album. Alsof er nog iemand zit te wachten op weer zo’n actrice die zo nodig de zangeres moet uithangen. Maar pas op: Hard Place For A Dreamer is een Americana-plaat om door een ringetje te halen.

Een jaar of drie terug verscheen ze voor het eerst op onze radar. Het gebeurde tijdens een Woody Guthrie Tribute ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van de oerfolkie. Jelka van Houten zong er die barre winteravond samen met ene Anna de Beus. Wisten wij toen veel dat die twee geregeld in de kleine theaters stonden met een liedjesprogramma, waar countryrockliefhebbers van het eerste uur hun hart aan op konden halen. Als een soort verdwaalde sweethearts of the rodeo brachten ze louter albumklassiekers – van A Song For You uit GP van Gram Parsons en Blowin’ Away uit Bonnie Raitt’s Home Plate tot Oh My Sweet Carolina uit Heartbreaker van Ryan Adams en When It Don’t Come Easy uit Patty Griffin’s Impossible Dream. De titel van hun programma mocht er trouwens ook wezen: Tot De Laatste Snik.

De liefde voor muziek van vóór haar tijd kreeg Jelka van Houten, jaargang 1978, van huis uit mee. Naast overwegend klassiek van ‘het zwaardere soort’ bevatte de verzameling van haar vader een even bescheiden als uitgelezen selectie americana avant la lettre: The Band, Gram Parsons, Little Feat, Jackson Browne, Kate & Anna McGarrigle, Emmylou Harris, et al. Wat juist die standaardplaten uit het decennium vanaf eind jaren zestig zo bijzonder maakt? De stijl, de sfeer, de liedjes, de zang, het spel – wat anders? Nou, dat de muzikanten in de studio met elkaar in één ruimte zaten samen te spelen, wat het zo natuurlijk en levend doet klinken. En dat al die geweldige instrumentalisten een schoonheidsfoutje meer of minder hun eer absoluut niet te na vonden – want dat het daar niet om gaat. “Tegenwoordig streven muzikanten bijna allemaal naar het perfecte,” is haar ervaring. “Ik kan daar heel moeilijk tegen. Het leven is niet perfect, dus muziek kan eigenlijk ook niet perfect zijn.”

Haar zus is de zangeres, zij de actrice, dus zou ze zich nooit op haar terrein begeven, was de afspraak met zichzelf. En al had ze zich daar niet consequent aan gehouden, toch voelde Carice van Houten zich een beetje schuldig bij het verschijnen van See You On The Ice, haar tour de force met duizendpoot JB Meijers, tegenwoordig de rechterhand van Ilse De Lange in The Common Linnets. Eerder dat jaar, we schrijven 2012, waren de beide zussen als tweeling te zien geweest in de lichtelijk hilarische roadmovie Jackie, waarvoor Jelka van Houten het themaliedje Mother Road had mogen aandragen plus nog twee nummers voor de soundtrack. Medio jaren nul had ze na een handvol rollen in films en tv-series naam gemaakt in de musicalwereld met een bekroonde hoofdrol in Turks Fruit, vijf jaar later gevolgd door een onderscheiding voor beste bijrol in Dromen… Zijn Bedrog. Maar hoezo is zij van de twee nou de zangeres? “Van jongs af aan heb ik in bandjes gezeten. Zelfs toen ik in het theater werkte, deed ik nog countrysessies. Ik heb nooit niet gezongen.”

Een eigen plaat maken, dat zag Jelke van Houten niet zo gauw gebeuren. “Dat leek gewoon te groot voor mij. Mooie liedjes van anderen vertolken en in de studio voor iemand een tweede stemmetje inzingen – ik vond het wel lekker zo in de luwte. Niet dat ik zelf geen liedjes schreef, maar het voelde heel lang zo amateuristisch aan dat ik niet de behoefte had het aan anderen te laten horen.” Tot ze vier zomers geleden via haar manager betrokken raakte bij The Island Sessions, een project waaraan onder anderen Kensington, Sabrina Starke en Lois Lane deelnamen. “Die schrijfsessies op dat eilandje in de Vinkeveense Plassen gingen zo goed dat ik dacht ik het misschien toch wel kon. Op aanraden van JB Meijers heb ik die zielige demo’s van mij toen opgestuurd naar de technicus van de Sun Studio, waar hij met Acda en de Munnik had opgenomen. Tot mijn stomme verbazing belde die Matt Ross-Spang me op: de studio stond in september twee weken leeg en ik kon komen om met hem en een stel vrienden aan de slag te gaan. Dus ik als een soort Poolse bruid op naar Memphis.”

Jelka van Houten vloog huiswaarts met zeven liedjes plus een rits contacten. Want eenmaal in Tennessee moest en zou ze een paar dagen naar Nashville, waar die week het Americana Festival plaatsvond met op haar eerste avond de grote awards show in het legendarische Ryman Auditorium. Stijf uitverkocht uiteraard, maar zij net zo lang rondjes lopen tot ze op de valreep voor een redelijk bedrag een ticket kon scoren. “Bonnie Raitt, Richard Thompson, Booker T. Jones, Alabama Shakes, Guy Clark – de een na de ander verscheen op het podium. Buddy Miller en Don Was speelden in de huisband. En Emmylou Harris en John Hiatt kwamen ook nog even langs. Gingen ze met z’n allen The Weight lekker zingen. Ik was helemaal dolgelukkig. Was het niet vanwege man en kind, dan had ik toen dood kunnen gaan.”

Na afloop buiten stak ze opgetogen de brand in de eerste van de welgeteld twee sigaretten die ze zichzelf tijdens haar werkvakantie had toegestaan. “Word ik aangesproken door een grote vrouw met een stok: of ze die laatste sigaret mocht. Maar natuurlijk, want ik rook eigenlijk helemaal niet. We raken in gesprek en ik vertellen over Memphis. Waarop zij uitroept: ‘Girl, you wanna know me.’ Bleek ze een of andere hotemetoot in muziekland. Ze moest nog naar een paar showcases en of ik misschien mee wilde. Werd ik als my friend from Holland voorgesteld aan allerlei bekende mensen van wie ik niet wist wie het waren. Het ging er allemaal heel gemoedelijk aan toe. En ik hield er ook nog eens een aantal schrijfafspraken aan over.”

Het jaar daarop, we schrijven inmiddels 2013, reisde Jelka van Houten diverse malen af naar Nashville en Memphis om er te werken aan nieuwe liedjes. “Moet je daar om negen ’s ochtends in een hokje van twee bij twee met een bankje en een waterkoeler aan de slag met een wildvreemde. Totaal niet romantisch, maar het bleken wel verrassend vaak goede matches. En via de een kwam ik weer in contact met de ander. Het was een soort kettingreactie. Zo heb ik ook Kim Richey leren kennen, met wie ik goed bevriend ben geraakt.”

Hartje zomer toog ze opnieuw naar de Sun Studio, ditmaal voor de definitieve plaatopnamen met Matt Ross-Spang in de rol van producer en een stel gekende sessieveteranen als begeleiders. “En daar ging het mis. Overleg en inspraak bleken uit den boze. De sfeer bekoelde opeens. Ik voelde me geïntimiteerd. Vaak was ik het wel eens met hoe de nummers werden ingevuld, maar andere liedjes werden onnodig volgepompt. Het glipte uit mijn handen. Bovendien was ik ziekjes geworden door die veel te koele airco binnen en die zinderende hitte buiten. Ik kon moeilijk bij mezelf blijven.” Kortom, had Jelka van Houten eindelijk haar album, zat ze ermee in haar maag.

Een vol jaar verstreek. Toen werd ze er tijdens de repetities voor Muzikale Helden, een muziekprogramma van De Kleine Komedie in Amsterdam, naar gevraagd door gitarist Wouter Planteijdt, Sjako!-voorman annex americana-fanaat. Zij zuchtend en steunend vertellen. Waarop hij wel wilde proberen haar uit de brand te willen helpen. Enfin, mixen uitgeplozen, partijen weggegooid en deels vervangen, sommige nummers zelfs compleet overgedaan en vervolgens schreef ze nog een paar nieuwe liedjes, die afgelopen lente werden opgenomen in een Noord-Hollandse stolpboerderij. “Het was een lange reis, al geeft dat misschien niet,” besluit ze. “Het gaat tenslotte niet zozeer om de aankomst als wel de weg ernaartoe.”

En hoe nu verder? Een theatertour aan het eind van het jaar is het idee. En Hard Place For A Dreamer is uitgebracht op een Amerikaans indielabel, hier in Nederland vertegenwoordigd door haar management, dus het ligt in de bedoeling daar te gaan touren, waarschijnlijk in de nazomer, met Robert Ellis en hopelijk ook met Kim Richey. “Alles op zijn tijd – ik ben een langetermijnprojectfiguur,” zegt Jelka van Houten. “Eerst moest ik dat album zien af te krijgen. Ik ben pas gestopt toen ik er helemaal tevreden mee was. Het mocht geen al te zware plaat worden, lichtheid is ook een deel van wie ik ben – waardoor het op veel mensen nogal oppervlakkig overkomt, heb ik gemerkt. Alsof diepgang afhangt van hoe ingewikkeld of poëtisch je iets maakt, terwijl je er net zo goed iets mee kunt proberen te verdoezelen. Mijn teksten zijn heel direct, heel persoonlijk geschreven. Die plaat is een soort blauwdruk van mijzelf – dit ben ik zo ongeveer wel.”

Hard Place For A Dreamer onderscheidt zich alleen al doordat er niets dik bovenop is gelegd. Vooral dankzij de zeldzaam tierelantijnloze zang blijft dit op-en-top Amerikaans klinkende album gevrijwaard van die vervloekte behaagzucht. “Niets is gedaan om wie dan ook te pleasen,” beaamt Jelka van Houten. “Eigenlijk kan ik niet anders dan mijzelf zijn, al ben ik naar buiten toe soms net iets te veel mezelf dan vanwege mijn licht chaotische aard goed voor mij is. Het enige wat ik kan doen, is iets maken waar ik zelf blij mee ben. En als mensen het niets vinden, kan ik daar vrede mee hebben, want dan zijn het kennelijk niet mijn mensen. Hoe dan ook, met die plaat is een jeugddroom uitgekomen. Dat ik er een stapeltje van in de kast heb liggen, vind ik misschien nog wel het superleukste. Wanneer ik bij iemand op bezoek ga, kan ik er eentje meenemen om cadeau te geven.”