GEM - Condemned to rock and roll

Augustus 2004

GEM uit Utrecht heeft het werkelijk allemaal: de stijl, de liedjes, de uitstraling, de bezieling en wat al niet meer. Bovendien klinken deze jonge honden als de gedroomde kruising van The Strokes en Oasis, terwijl ze het er nota bene niet eens bewust om lijken te doen. Al houden ze zich ook weer niet van den domme, want de titel van hun onstuitbare debuut luidt tenslotte niet voor niets uitdagend Tell Me What’s New. In ieder geval is er sinds de Urban Dance Squad geen nieuwe Nederlandse rockgroep meer geweest waar vriend en vijand zo eensgezind de loftrompet over staken. “Als iets echt goed is, valt dat meteen enorm op,” aldus de fenomenale zanger Maurits Westerik (22) op broodnuchtere toon. “Want een goede nieuwe band duikt maar eens in de zoveel tijd op.”

Wanneer dacht je voor het eerst: ik wil later zanger worden?

“Op mijn achtste, denk ik. Toen begon ik de platen van mijn ouders te draaien: The Beatles, The Who, Elvis, dat soort mensen. Later zag je daar dan de beelden bij en ging het pas echt tot de verbeelding spreken. Ik vond het iets heel bijzonders, die combinatie van tekst en muziek en voordragen. Al moet ik eerlijk zeggen dat het nooit een droom is geweest, zo nuchter was ik dan kennelijk ook wel weer.”

Maar je ging je wel actief met muziek bezighouden?

“Ja, nadat ik eenmaal was begonnen met gitaar spelen, ging ik daar al heel snel bij zingen en ook zelf liedjes maken, want anders vond ik het te saai. Liedjes van drie akkoorden, waarop ik Engelstalige teksten probeerde te schrijven. Of ik pakte gedichtjes uit boeken die ik op muziek zette.”

Hoe lang heb je dat in je eentje gedaan?

“Tot mijn zestiende. Toen kwam ik in Mint terecht, een bandje uit Gouda. We maakten een soort gitaarpop met een singer-songwriter-achtige inslag, die in de richting van Dylan lag. Dat kwam niet echt van de grond, omdat op die leeftijd iedereen er natuurlijk ook nog andere interesses op nahoudt. Het ging met pieken: soms ramde je er in een paar maanden zo tien liedjes uit en vervolgens lag het dan weer een half jaar stil. Uiteindelijk bloedde het na drie jaar dood. Ik heb altijd een brede smaak gehad, dus daarnaast speelde ik ook wel eens met bluesbandjes mee of deed ik iets met elektronisch gerelateerde muziek. Zo bleef je een beetje bezig om alles te ontdekken.”

Je bent, heel ouderwets, via een advertentie bij GEM terechtgekomen.

“Op het prikbord in de muziekzaak in Utrecht waar ik werkte, hing op zekere dag een A-viertje van een band die op zoek was naar een zanger. Condemned to rock and roll, stond er bij. En er werden invloeden genoemd als The Buzzcocks, The Who en de Sex Pistols. Als het zo’n sfeer moet scheppen, dacht ik, dan wil ik het wel proberen. Ze bleken een stuk of vier eigen liedjes te hebben en die zijn we toen die eerste keer in de oefenruimte gewoon maar gaan proberen. Zij spelen en ik zanglijnen en wat woorden verzinnen. Binnen een half uurtje hadden we allemaal het idee dat het best wat kon worden.”

Jullie eerste optreden was vorige zomer in het voorprogramma van The Libertines in de Melkweg.

“Dat is nou typerend voor deze band: we houden van aanpakken. Na een half jaar wilden we eindelijk wel eens aan de slag, want we hadden inmiddels genoeg liedjes om een kleine drie kwartier te kunnen vullen. Alleen hadden we geen zin om onze demo naar Jan en alleman op te sturen, dus besloten we de concertagenda goed in de gaten houden om te kijken wat geschikt was om een voorprogramma te doen. Zo kwamen we bij The Libertines uit. Ik heb gewoon de Melkweg gemaild en ja, daar sta je dan ineens. Dan is het de handen uit de mouwen en maar zien hoe mensen presteren, want twee jongens hadden nog nooit eerder opgetreden.”

Toch stond het gelijk al als een huis.

“Daar keken we zelf ook wel een beetje van op, hoor. Het klikte blijkbaar zo goed dat de overtuigingskracht de overhand nam. Eigenlijk ging het vrijwel vanzelf. We hadden niet eens zo veel gerepeteerd, laat staan dat we echt geoefend hadden op de show. Wat dat betreft ben ik toch eerder muzikaal ingesteld dan dat ik geïnteresseerd ben in of het er wel goed uitziet op het podium.”

Jullie muziek doet ook helemaal niet gezocht aan.

“Onze muzikale invloeden lopen sterk uiteen, maar binnen de band zaten we van meet af aan op één lijn. Het moest gitaarrock worden, daar bestond geen enkele twijfel over, dus iedereen ging ook meteen in die stijl schrijven. We willen goede liedjes in een ruig jasje brengen. Wat mij betreft gaat er niets boven het zogenoemde abc-patroontje: een eenvoudig liedje met een sterke melodie en een pakkend refrein. Ik heb altijd al voor de bands met liedjes gekozen, hoewel ik ook veel jazz draai, maar dan luister ik toch met een ander oor.”

Jullie hebben helemaal geen tijd voor een ballade, zo lijkt het wel.

“Nou, we hadden er wel eentje, maar die was binnen de kortste keren alweer afgevoerd. Door de hoeveelheid energie in de band gaat het al vrij snel uptempo, terwijl we in het dagelijks leven toch behoorlijk rustige jongens zijn. Ik vind het ook zo makkelijk, zo’n ballad op een plaat – waarom toch altijd?”

Jij hebt het liever hard en heftig.

“Kracht en energie staan voor mij niet per se gelijk aan volume en tempo. Van Morrison en James Taylor vind ik ook mooi. Als het maar een bepaalde dynamiek heeft en dat kan iemand met alleen een akoestische gitaar ook best. Luister maar eens naar die live-opnamen van Dylan uit de sixties – dat is echt heftig.”

Je hebt iets met Dylan of niet soms?

“Vanaf het allereerste moment dat ik hem hoorde, vond ik hem zó anders dan anders. Liedjes van drie akkoorden die wel twintig coupletten lang kunnen doorgaan, dat sprak me sterk aan. Soms is hij heel briljant, dan weer ontzettend belabberd. Dat chaotische, zeg maar, dat heeft voor mij iets fascinerends. En het is een geweldige zanger. Toen ik later naar mezelf ging luisteren, merkte ik dat ik onbewust heel wat van hem heb overgenomen. Ook in mijn manier van schrijven ontdek ik trouwens dingen van hem.”

Het is dit jaar heel hard met jullie gegaan. Kijken jullie nu eigenlijk al vooruit?

“Zeker. Het is vrij druk geweest, maar we hebben toch al weer een stel nieuwe liedjes, waar we ons graag op willen storten. Verder hebben we een aantal optredens in het buitenland gedaan en vooral in Schotland ging het supergoed. Dat was een Noorderslag-achtig gebeuren, waar we behoorlijk wat aan overgehouden hebben, terwijl we dachten dat daar voor ons niet zo veel te halen viel. In oktober gaan we terug en misschien zit er zelfs een Engelse clubtour in. We vielen daar wel in de smaak, dus we hebben het gevoel dat het kan, al verwachten we heus niet dat het Franz Ferdinand-achtige proporties gaat aannemen.”

Jullie lijken het soort band dat bereid is om af te zien.

“Heel hard werken voor heel weinig geld vinden wij geen enkel probleem. En het heeft ook wel iets romantisch om met een bandje in een busje in het buitenland te touren en dan maar zien waar je nu weer terecht komt. Het is een compleet andere wereld, die met geen vakantie of sportclub is te vergelijken.”

Je zei ergens dat veel mensen heel erg op zoek zijn naar waar ze in geïnteresseerd zijn in plaats van dat ze dingen gewoon laten gebeuren. Maar jij bent toch ook zo?

“Nee, vind ik niet. Je kunt het namelijk tot op zekere hoogte sturen. Wij hebben GEM laten gebeuren, maar wel door het goede moment te kiezen en precies te doen wat we zelf graag wilden. Het komt op jezelf aan om er uit te halen wat er inzit. Alleen moet je dat doen zonder enige verwachting, want dan ben je vrij genoeg om open te staan voor alles wat er zich aandient. Wij verwachten niks, maar we willen heel veel.”