Hongerig

Juli 2012

“Hé hallo, ik ben de nieuwe.” Met gespreide armen en brede grijns komt hij energiek de bar van het hotel aan het Antwerpse stadspark binnenstevenen. “Enrique Gonzalez is de naam, maar noem me vooral Bugs, dat doet namelijk iedereen.” Zo op het eerste gezicht zou je hem hooguit dertig geven, hij blijkt inmiddels veertig. Drinkt niet, rookt niet. “Nooit gedaan ook, ik vind het gewoon niet lekker.” Sinds een half jaartje drumt hij bij Los Lobos, omdat Cougar Estrada het touren na pakweg een decennium opeens niet meer trok. Tot groot verdriet van voorman David Hidalgo overigens. “Hij is een goede vriend van mij,” zal hij drie dagen later zeggen als we na het knallende optreden op Bospop in Weert terug kuieren. “Eerst dacht ik nog: wat hebben we fout gedaan? Bleek hij last te hebben van innerlijke turbulentie, iets waar ik helemaal niets van af wist. Nu speelt hij alleen nog maar jazz. Hij is gelukkig. En zijn vrouw brengt het geld binnen.”

Bugs ondertussen kan zijn geluk nog steeds niet op. Vijftien was hij op het moment dat Los Lobos een kwart eeuw geleden een wereldhit scoorden met La Bamba en daarmee voor elke Mexicaanse popmuzikant de heldenstatus kregen. Geen wonder dat hij zich met een onverwoestbaar humeur het vuur uit de sloffen loopt. Leergierig is hij ook. Welke albums van Tower Of Power hij nodig eens moet gaan beluisteren, vraagt hij ’s avonds laat in de bus aan Cesar Rosas. “De eerste zes,” antwoordt deze en lepelt zo in chronologische volgorde alle titels op. “Die Bugs toch,” verzucht de sereen angehauchte Louie Pérez hoofdschuddend. “Loopt bij hem de accu nou nooit eens leeg?” De laatste tijd sukkelt hij een beetje met zijn rug. Jaar in jaar uit honderddertig dagen scheef in een stoel hangen in vliegtuigen en tourbussen wreekt zich op den duur. “Zet me in iets wat beweegt en ik dommel binnen de kortste keren in.”

Terug naar Bugs. Tot halverwege de jaren nul maakte hij deel uit van Jumbo, een indierockband uit Monterrey, die het in Midden-Amerika best aardig deed. Of hij vroeger wel eens optrok met de jongens van El Gran Silencio? “Absoluut! Ik kwam bij de broers Hernández over de vloer. Wist je trouwens dat ze met Rick Rubin in zee hadden kunnen gaan? Hij wou graag een album met ze maken en ze dan op wereldtournee sturen met de Red Hot Chili Peppers. Eén voorwaarde: ze moesten zich in Los Angeles vestigen. Alleen al bij de gedachte stierven ze zowat van heimwee. En zo ging het hele feest niet door.”

Nee, dan Bugs. Toen het met Jumbo bergafwaarts ging, haalde hij zijn vrouw juist over om naar L.A. te verhuizen. Een schnabbel met een singer-songwriter bracht hem naar Portland, Oregon, de woonplaats van Steve Berlin, die dat optreden op verzoek van een wederzijdse relatie kwam bijwonen. “Die gast zelf was ronduit verschrikkelijk, een slap aftreksel van James Taylor. Maar de drummer vond ik echt geweldig. Dus vroeg ik hem zijn kaartje, voor het geval ik als producer nog eens iemand zocht.” Eind vorig jaar mocht Bugs eindelijk op auditie, thuis bij Conrad Lozano, samen met David Hidalgo. “Ik kreeg één kans om me te bewijzen, dat wist ik. Daarom wilde ik per se Teresa doen, want daar zit praktisch alles in: latin, jazz, rock en aan het eind ook nog eens een solo. We hebben eerst wat gepraat en toen was het moment daar: ik zette in, onaangekondigd, zij vielen in, en, oh man, het ging meteen hartstikke goed.”

Bugs is een drummer uit de fusion-school: virtuoos en veelzijdig. Maar ook een muzikant met teamgeest. Op het podium draait Conrad Lozano zich om de haverklap grijnzend naar hem toe, zo lekker staat de bassist met hem samen te spelen. Met alle respect voor Cougar Estrada, Bugs heeft Los Lobos zogezegd een nieuwe dynamiek gegeven. “Je speelde je ballen er weer finaal af,” complimenteert David Hidalgo hem met een schouderklop na afloop van het bevlogen optreden in Karlsruhe. Morgen zullen we in de lobby van het Holiday Inn in Eindhoven rond half een ’s nachts samen met de jongens van Los Lonely Boys bezorgpizza zitten schrokken. Bugs, doorgaans toch zo hongerig als een wolf, schittert dan door afwezigheid: hij is de accu aan het opladen.